Tien Dankwoorden

Eens zullen we de HEER mogen zien. Daarop moeten we ons wel voorbereiden. Hoe doen we dat? Daarvoor heeft Hij zelf zijn Woord gegeven. Tien woorden om precies te zijn. Opdat we in vrijheid, in dankbaarheid voor al Gods weldaden, zullen leven en straks een vreugdevolle ontmoeting met Hem zullen hebben. De HEER, je God, geeft je woorden, richtlijnen om je leven te structureren. Zo leef je vanuit de gave en de zegen van het verbond.

Neen, we zien God nu nog niet. Maar om Hem te ervaren, kunnen we het beste leren danken. De Tien Geboden, de Tien Woorden van God, zijn regel voor de dankbaarheid. Tien dankregels, door God zelf geschreven op stenen platen. Door de Heilige Geest geschreven in het hart.

Ja, het gaat er heel persoonlijk aan toe. In de aanhef van de Tien Geboden stelt de HEER niet: Ik ben de HEER, jullie God. Neen, persoonlijker: ‘Ik ben de HEER, jouw God’. Het is de eerste persoon enkelvoud. Daarom zijn de geboden primair op het individu, op mij persoonlijk gericht. Zo zullen ze een uitstraling hebben in het huwelijk, in het gezin, in de familie, in de samenleving.

Misschien is het een idee de HEER telkens weer te danken met deze woorden:

  1. Ik dank de HEER die Israël, die mij in Christus, bevrijdde; daarom heb ik geen andere god naast Hem.
  2. Ik dank de HEER die Israël verloste van de beeldendienst van Egypte en mij van de denkbeelden van de filosofen; daarom ga ik niet eigenmachtig bepalen hoe ik God wil dienen.
  3. Ik dank de HEER die aan Israël zijn Naam geopenbaard heeft en mij de Naam van Christus heeft bekendgemaakt; daarom ben ik zuinig op de Naam en gebruik hem niet ijdel.
  4. Ik dank de HEER die aan Israël de sabbat en aan mij de zondag heeft gegeven om op adem te komen en niet als slaaf door te hoeven werken; daarom ga ik zuinig met dit geschenk van de rustdag om.
  5. Ik dank de HEER die aan Israël aartsvaders en aartsmoeders gegeven heeft en mij ook een gelovig voorgeslacht; daarom betuig ik hun mijn diepste respect.
  6. Ik dank de HEER die Israël heeft verlost uit het doodshuis Egypte en mij in Christus verlost van het graf; daarom bevorder ik het leven van allen die de HEER op mijn weg brengt.
  7. Ik dank de HEER voor de zegen dat Hij als een Bruidegom zich aan de Bruid Israël heeft verbonden en die in Christus mijn bruidegom is; daarom ben ik zuinig op het huwelijk van mezelf en van anderen.
  8. Ik dank de HEER dat Hij aan Israël bij de uittocht het verdiende loon gegeven heeft en mijn goede daden in de eeuwigheid belonen zal; daarom steel ik niet.
  9. Ik dank de HEER die aan Israël via Mozes en Aäron een goed getuigenis deed uitgaan en mij door het getuigenis van de apostelen en profeten zijn liefde openbaarde; daarom spreek ik zelf geen vals getuigenis.
  10. Ik dank de HEER die Israël en mij van al het nodige heeft voorzien; daarom begeer ik niet wat van een ander is.

Dankt, dankt nu allen God
met hart en mond en handen,
die grote dingen doet
hier en in alle landen.

G.J. Mink