Zondagmiddag staan we in de leerdienst stil bij het gebod ‘U zult geen vals getuigenis spreken’. We lezen uit Spreuken 12: 18 en 16: 24. We laten ons leiden door Zondag 43 uit de HC.
Ter overweging hierbij enkele vragen vooraf die kunnen helpen om met meer zegen de dienst mee te maken:
- Wat roept dit gebod bij je op? En het fragment uit de HC?
- Het negende gebod roept ook spanning op. Het spreken van de waarheid kan soms tot problemen leiden. Vgl. Ex. 1: 19; Joz. 2: 4-5. Denk ook aan de Tweede Wereldoorlog toen mensen Joden verborgen in hun huizen en dat ontkenden als er door Duitse soldaten naar gevraagd werd. Wat zou jij / u voor antwoord geven in zo’n situatie? In welke situaties vind jij het moeilijk om de waarheid te spreken?
- Jakobus schrijft: ‘Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man’ (3: 2). Wie is er voor jou een voorbeeld als het gaat om ons spreken?
- Voor de kinderen: Zorg dat je zondagmiddag een tandenborstel en tandpasta bij de hand hebt…
Enkele vragen die kunnen dienen voor een gesprek n.a.v. de dienst van vanmiddag:
- Wat heb je van deze preek geleerd?
- Lees nogmaals Spreuken 16: 24. Voor wie zou jij deze tekst in de praktijk willen brengen? Hoe zou je dat concreet kunnen doen?
Eventueel verder lezen: Spreuken 6: 16-19; Efeze 4: 25-32; Jakobus 3: 1-12