Zondagavond willen we de vijfde brief bepreken: de Menorah in Sardis. Omdat het een avonddienst is – en ik ben een warm voorstander van leerdiensten – nemen we de vrijheid dit keer wat meer de diepte in te gaan. Met name wil ik iets zeggen over die standaarduitdrukkingen aan het begin en het eind van elke brief. Wie is telkens die ‘engel van de gemeente’? En wat bedoelt de uitdrukking: ‘Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt’? We lezen Openbaring 3: 1-6.