[Wijk 3&4] Bij de dienst

Het thema van de dienst is: Waarom zou ik blij zijn met Jezus’ komst op aarde….?!

  1. Om de Vader Die Hem kent
  2. Om de Zoon Die Zich verheugt
  3. Om de Geest Die de machten onttroont
  1. Wat is er sinds de komst van de Zoon van God naar deze aarde nou helemaal veranderd? We leven in een wereld, waarin de demonische machten het steeds meer voor het zeggen lijken te hebben. Dat geeft gevoelens van onzekerheid, van angst, van machteloosheid.  Tot de komst van Gods Zoon in het menselijk vlees waren de demonische machten blijkbaar vergeten, dat Hij Die komen zou de Zoon van de Vader was!  (mens geworden, God gebleven!)  Het is de Vader Die Hem gezonden heeft, zie ook Johannes 3 : 16. Uit de mond van Jezus klinkt daarom een dankpsalm! Hij zingt van het welbehagen van de Vader, zoals de engelen in de kerstnacht van dat welbehagen zongen. Wat is dat, Gods welbehagen?
  2. We zeggen wel van iemand: “Nou, die kun je om een boodschap sturen!”.  Met eerbied gesproken: De Vader kon Hém om een boodschap sturen! Uit Zijn mond klinkt het: “Zwijg, wees stil! Hij, het Troetelkind van de Vader, heeft alle macht in de hemel en op de aarde! Hij jubelde door de Geest, zie vs. 21. Zoals Maria’s geest zich in God, haar Zaligmaker, verheugde.  Herkennen we dat vandaag in ons eigen leven? De Zoon van God is gekomen met een missie!
  3. Grappig, ook de kerkenraad van hervormd Sliedrecht vraagt gastpredikanten om enige aandacht voor de kinderen! Uit vs. 21 blijkt, dat Kerstfeest bij uitstek bedoeld is voor kinderen! Dat is Gods welbehagen! Wat een bemoediging in deze tijd, waarin het zo moeilijk is om onze kinderen bij Christus te brengen en te houden! Christus zag – zie vs. 18 – “de satan als een bliksem uit de hemel vallen”; vergelijk dat maar eens met het 2e gedeelte van Openbaring 12! Zouden we dan niet blij zijn met de komst van de Zoon van God op aarde? ( zie vs. 20b )

Een lied zingt het:

    Wordt krachtig in de Heer’, en in Zijn sterke macht.

    De duivel gaat te keer, weest op zijn list bedacht.

    Niet tegen vlees en bloed is deze strijd gericht,

    het is een geest die woedt, een vijand van het licht.

    Des duivels hoge raad en boze overheid,

    al wat aan macht bestaat en kwade majesteit.

    Om deze reden: Doet Gods wapenrusting aan,

    Zodat gij als het moet de vijand kunt weerstaan.

    Zo staat gij dan gereed, strijdvaardig en gespoord,

    ten laatsten kamp en weet: Het zwaard, dat is Gods Woord!

    En bidt dan in de Geest voortdurend voor elkaar,

    God Die de harten leest, dat Hij u wel bewaar!