Overweldigend.

‘Hoe groot is de liefde die de Vader ons heeft bewezen! We worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook. Dat de wereld ons niet kent, komt omdat ze Hem niet heeft gekend. Vrienden, we zijn nu al kinderen van God en wat we zullen zijn, is nog niet onthuld. Maar wel weten we, dat we na Zijn verschijning aan Hem gelijk zullen zijn en Hem zullen zien zoals Hij is.’ (1 Johannes 3: 1-2 GNB)

De blik op de toekomst stemt niet altijd per se vrolijk. Eind jaren ’90 zong een popgroep ‘The road ahead is empty’. Over een lege weg, zonder beloften, op weg naar het onbekende, met onzekerheid als gids. Daar is gaande deze eeuw voor velen ook nog angst als ingrediënt aan toegevoegd. Angst dat het minder zal gaan. Angst dat wij en de volgende generaties, het minder goed zullen hebben dan het nu gaat of dan hoe het vroeger was. Denkend aan de economie, de wereldvrede, het klimaat. Denkend ook aan de kerk. Wat erop ons af lijkt te komen is overweldigend. Niet alleen in de grote dingen in de maatschappij en wereld trouwens. Ook in het persoonlijke leven. Wat zie je voor je op de weg? Behandelingen tegen een ziekte, prestatiedruk, eenzame ouderdom? Of ben je juist overweldigd door een wow-gevoel? Door kansen en mogelijkheden die je ziet?

De blik naar voren kan op meerdere manieren overweldigend zijn. Als Johannes naar voren kijkt, zegt hij: ‘Wat we zijn zullen, weten we nog niet.’ Hij heeft nog geen idee. Heilig ontmaskerend! Onze behoefte aan houvast, aan zekerheid, komt door dit antwoord in een ander licht te staan. In Gods licht.

Wat wij zijn zullen, is nog niet onthuld. Dat moment ligt in Góds toekomst. Johannes schrijft: ‘We weten dat we na Gods verschijning aan Hem gelijk zullen zijn en Hem zullen zien zoals Hij is.’ Woorden die verlangen wakker roepen. Wat zal dat bijzonder zijn, die doorbraak van Gods nieuwe wereld! Voor je het weet, gaan onze gedachten met ons aan de haal. Maar dan roept Johannes ons tot de orde. En terecht. Want wat hij zeker niet wil, is dat gelovigen gaan zweven. Alsof die nieuwe wereld al begonnen is.

Alsof het concrete leven nu er niet toe doet.

Hij wil ons juist houvast geven middenin dat concrete, maar vaak zo overweldigende leven. Dat leven dat vragen oproept door dingen die ons overkomen. Door zorgen die we hebben over wat gaande is in de wereld. Door pijn die we ervaren. Door onzekerheid die we hebben over de weg die we moeten gaan. De keuzes die we moeten maken. Dát leven. Daarin hebben we houvast nodig. En het christelijke antwoord is dan niet: droom prettig weg bij de vraag wat we zijn zullen. Het christelijk antwoord is ook niet: pluk de dag, want over wat komt, is toch niks zinnigs te zeggen. Nee, wat we zijn zullen, is nog niet onthuld. Nóg niet. Het moment waarop dat duidelijk zal worden, ligt in de toekomst, maar is nauw verbonden met wat we mogen weten in het heden. Iets wat ons al overweldigd hééft. En daarop richt Johannes onze blik.

Vers 1 begint namelijk in het Grieks met het werkwoord ‘kijken’. Kijk! In de GNB is dat in dit vers terecht weergegeven met een uitroepteken. Het Grieks kent dat leesteken niet, maar het kent dus wel manieren om die emotie op te roepen. Eigenlijk zou je er in dit vers wel vier kunnen plaatsen: ‘Kijk! Hoe groot is de liefde die de Vader ons bewezen heeft! We worden kinderen van God genoemd! Dat zijn we ook!’

Wat ons overweldigen kan in dit leven hoeven we niet te verabsoluteren.

Het hoeft niet heel ons denken, heel onze agenda te beheersen. We hoeven het ook niet te relativeren. Alsof het er niet werkelijk toe doet. De kop hoeft niet in het zand. Nee, wat we mogen doen, is dat alles relateren, verbinden, met Gods grote verhaal.

Het kernwoord daarvan is liefde. Overweldigende liefde. De liefde die Hij toonde in wat Jezus Christus heeft gedaan. Zijn leven, zijn sterven, zijn opstanding uit de dood.

Daarin te mogen delen, geeft pas werkelijk houvast. Dan weten we ons opgenomen in het verhaal, in de weg die Gód gaat met en door deze wereld. Dan leren we vertrouwen op Hem die het hemelse perspectief heeft. Hij staat boven de geschiedenis en heeft haar in zijn hand. Hij leidt haar naar Zíjn ongetwijfeld overweldigende toekomst.

Ds. Michiel Vastenhout