‘Dit is zeker, op deze plaats is de Heer aanwezig. Dat besefte ik niet’ Genesis 28: 16.
Als kerk komen we samen, vooral op zondag. Dat is waardevol, dat stemt dankbaar. Maar 98% van de week zijn we níet samen met onze broers en zussen in Christus. Dan zijn we, elk op onze eigen plek, verspreid in deze wereld. Ondanks dat de kerk een minderheid is in de samenleving, kunnen we met het goede nieuws dat ons verkondigd is een verschil maken, waar we ook zijn, wat we ook doen en wie we ook zijn. Dat is onze missie. Daarom zijn we kerk, ook anno 2022. De plekken waar wij leven en werken, en waar we mensen ontmoeten die Jezus niet kennen, dát zijn de plekken waar het om gaat. Dáár gebeurt het. Het LICC, waar ik vorige week te gast was, gebruikt voor die plekken het woord ‘frontline’. Maar ‘frontlinie’ heeft in het Nederlands een wat andere connotatie. Laten we het daarom onze ‘voorposten’ noemen. Iedereen heeft ze. Je hoeft ze niet te gaan zoeken. Je bent er namelijk al. Maar wat nog veel bijzonderder is: God is er ook! De God van Israël, de Vader van Jezus Christus, Hij is geen God die zich op laat sluiten in een tempel, in zogenaamde ‘heilige plaatsen’. Dat is verrassend! Dat is niet wat je zou verwachten wellicht. Dat vraagt erom met een frisse blik te kijken naar onze voorposten. Vaak zijn we geneigd ze te zien als ‘gewoon’, ‘alledaags’. Maar Genesis 28:10-22 laat zien dat juist die gewone plekken, heilige plekken kunnen worden: huizen van God.
God ontmoet Jakob. Dat is op zich natuurlijk al iets bijzonders! Misschien nemen we dat in de kerk wel veel te licht en te vanzelfsprekend op. Maar hoe geweldig is het dat God de ontmoeting zoekt met mensen. Dat onze wereld een plek is waar die ontmoetingen zich kunnen voordoen. Wow! Maar besef dan ook wáár die ontmoetingen zich kunnen voordoen. In ‘een plaats’ (vers 10). Naamloos. Dat verwacht je niet. Netzomin als Elia God niet verwachtte in de stilte bij een grotopening, of Mozes bij een brandende doornstruik, of Zacheüs terwijl hij in een boom zat. Of Petrus toen hij z’n werk op het strand aan het doen was, of de Samaritaanse vrouw bij het waterputten. Er is dus geen plek die bij voorbaat ongeschikt zou zijn voor ontmoetingen met God. Integendeel! Ook vandaag niet. Ook niet in onze levens. Jakob ontmoet God op ‘een plaats’, waar hij wilde gaan slapen. Maar die heel gewone plek wordt buitengewoon. Het blijkt een plek te zijn waar hemel en aarde overlappen. Hij noemt die plaats ‘Beth-El’, huis van God. Zo kunnen onze voorposten tot een Beth-El worden, een plek waar de hemel de aarde raakt. En je beseft: op deze plek, waar ik het niet verwachtte, daar is de Heer aanwezig. De plekken waar we ons alledaagse leven leiden, kunnen worden tot heilige plaatsen: je kantoor, je woonkamer, de sportschool, de supermarkt, het buurthuis, je klaslokaal.
Misschien vraagt het ont-haasting om dit te beseffen. Jakob kreeg het pas door toen hij sliep en droomde. Maar ga zo dit weekend, en de volgende week, de deuren door naar je voorposten. Met de verwachting dat God daar aan het werk kan zijn. En zoek dan naar manieren om ingeschakeld te worden bij wat Hij er al aan het doen is. Dat begint met luisteren en kijken naar de mensen die je daar ontmoet. Vraag jebijvoorbeeld af waar ze van houden en wat hen blij maakt, waar ze boos of teleurgesteld over zijn, waarop ze hopen. Als we zó present zijn in de wereld, zal het evangelie een verschil maken.
Als samengekomen gemeente rusten we elkaar daarvoor toe, en bemoedigen we elkaar. En we laten ons vullen met Gods Geest, zonder wiens leiding we niet kunnen. ‘Heer van de hele schepping, dank dat onze alledaagse, gewone plekken er voor U toe doen en dat wij daar een verschil mogen maken met uw goede boodschap. Wij leggen de plekken waar wij leven, werken, studeren en spelen in uw handen. Dat wij U daar mogen dienen en van U mogen getuigen waar wij ook zijn. Heer, wij bidden dat wij mogen weten dat Uzelf mét ons aanwezig bent op deze plekken. Amen.
ds. Michiel Vastenhout