Onlangs verscheen een prachtige vertaling van brieven van Luther. Hij schreef deze tijdens zijn gedwongen verblijf op de Wartburg, waar hij ondergedoken zat nadat hij door keizer Karel vogelvrij verklaard was. Vanaf dit ‘Patmos’ voerde Luther in het geheim correspondentie met verschillende vrienden. In deze brieven gaat hij in op de verstaanbaarheid van de Bijbel. Omdat dit punt nog steeds van groot belang is, neem ik graag een stukje over uit deze brieven. Vooraf gaat een stukje toelichting van de samensteller, drs. P. den Ouden.
‘De verstaanbaarheid van de Bijbel was voor Luther een aangelegen punt. Daarmee staat of valt immers het priesterschap van alle gelovigen. Rome ziet de kerk als een noodzakelijk bemiddelende instantie tussen de mens en God. De Reformatie leert dat het Woord de enige bemiddeling is tussen God en mens. Daarin geeft God Zich te kennen en wordt ons alles geleerd om getroost te leven en zalig te sterven. Luther ontkende daarmee niet dat er geen moeilijke plaatsen in de Bijbel staan en evenmin dat hij voor het menselijk verstand vanzelfsprekende waarheden zou verkondigen. Maar dat waar het voor een zoekende ziel op aankomt, is zonneklaar. En van dat lichtende centrum uit zal degene die de stem van God verneemt, die het oordeel van Gods wet en de vrijspraak van Zijn Evangelie in zijn eigen hart ervaart, steeds meer lichtstralen zien vallen op al het omringende, en de duisternis steeds verder op zien klaren. Om de Bijbel beter te begrijpen geeft Luther de praktische raad om de moeilijkere Schriftplaatsen te lezen vanuit de duidelijke Schriftplaatsen.’
‘Er is op aarde geen duidelijker boek geschreven dan de Heilige Schrift, helder als de zon, vergeleken bij onze lichten. (…) Het is een gruwelijke grote smaad en lastering tegen de Heilige Schrift en de gehele christenheid, als men zegt dat de Schrift duister is en niet zo helder dat iedereen haar kan verstaan, om daaruit zijn geloof te leren en te bewijzen’.
‘Wanneer ik weet wat ik geloof, weet ik wat in de Schrift staat, want de Schrift bevat niets anders dan Christus en het christelijk geloof. Wees er maar van verzekerd en twijfel er niet aan dat niets klaarder is dan de zon. Zo is de Schrift; ook al is er een wolk voor gekomen, toch is daarachter niet dan dezelfde heldere zon. Is er ergens dus toch een donkere tekst in de Bijbel, dan mag u ervan overtuigd zijn, dat zonder twijfel dezelfde waarheid daarachter steekt, die op andere plaatsen duidelijk straalt. En wie de donkere Schriftplaatsen niet kan verstaan, moet zich maar aan de lichtere Schriftplaatsen houden’.
(P. den Ouden (red.), Luther op de Wartburg.
Brieven in ballingschap, Houten 2014, 78)