Alleen zijn

Zie, de ure komt en is gekomen, dat gij verstrooid wordt, een ieder naar het zijne en Mij alleen laat. En toch ben Ik niet alleen, want de Vader is met Mij (Johannes 16: 32).

Alleen zijn, niemand hebben om de dingen mee te delen, niemand die een arm om je heen slaat als je verdrietig bent. Dat is een groot gemis.

Je kunt alleen zijn, omdat je niemand gevonden hebt. Je bent nooit gevraagd.

Of je zag het met degene die je vroeg niet zitten.

Je kunt alleen zijn, omdat je in de steek gelaten bent. Je bent iemand kwijtgeraakt van wie je hield, met wie je veel hebt gedeeld. Maar het is voorbij. Je bent aan de kant gezet, misschien ingeruild voor een ander. Vreselijk!

(…)

Weet u, de Heere Jezus weet wat alleen zijn is. Hij is in de steek gelaten.

Door massa’s mensen die in Hem teleurgesteld waren, omdat Hij niet aan hun

verwachtingen voldeed. Uiteindelijk ook zelfs door zijn discipelen, toen Hij gevangengenomen werd. Zelfs door Petrus die vol bravoure had gezegd: ‘Ook al zal iedereen U verlaten, ik niet!’ Ze kozen allemaal voor hun eigen hachje. De Here Jezus had voorzegd dat dit zou gebeuren.

Jezus staat alleen voor een tierende menigte, voor Kajafas, voor Herodes, voor Pilatus. Hij gaat alleen zijn weg naar het kruis. Er is niemand die het voor Hem opneemt, die Hem verdedigt, die Hem een arm om de schouder legt.

Die arm zou Hij overigens geweigerd hebben, zoals Hij de pijnstillende edik aan het kruis ook weigerde. Want dit alleenzijn was voor Hem een keus. Hij heeft ervoor gekozen om iets te doen wat alleen Hij kon doen: onze zonde wegdragen, de dood overwinnen, de weg van het heil banen, om ons bij God terug te brengen. Hij was alleen, opdat wij nooit meer alleen zouden zijn. Bij God terug, dat is nooit meer alleen zijn.

Als wij alleen zijn en daaronder lijden, weet de Heere Jezus wat dat is. Hij zegt:

‘Kom maar bij Mij, je mag alles met Mij delen. Ik zal je niet in de steek laten’.

Door het geloof in Hem mogen wij weten, wat Hij Zelf ook wist: ‘En toch ben ik niet alleen, want de Vader is met mij’. Zijn Vader, onze Vader!

Om vast te houden:

  1. De Here Jezus weet wat alleen zijn is.
  2. Hij zal ons nooit in de steek laten.
  3. Hij laat ons weten en wil ons laten ervaren dat de Vader met ons is.

Overgenomen uit: C.G. Geluk, ‘Als het leven anders gaat. Dagboek voor moeilijke tijden’.