‘Bij de 1e lijdenszondag’

‘Hij zei: De Zoon des mensen moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten, overpriesters en schriftgeleerden, en Hij moet gedood en op de derde dag opgewekt worden.’ (Lukas 9: 22)

De hele Schrift is op weg naar dat grote moment. De komst van de Heere Jezus Christus. Maar wat een andere komst dan verwacht. Eerst in de kribbe, vervolgens zo heel menselijk in Zijn rondwandeling op aarde. En telkens laat Hij doorschemeren: het gaat naar het kruis.

De Levende sterft
We lezen in de Bijbel van de ‘lijdensaankondigingen’. Hoewel dat iets te kort gezegd is. De Heere Jezus vertelt in Lukas 9 immers niet alleen van het diepe lijden en sterven. ‘Hij moet gedood en op de derde dag opgewekt worden.’ Al aan het begin van de lijdenstijd klinkt het woord van de opstanding. De Heere Jezus is de Levensvorst. Zijn ziel zal in het graf niet worden vergeten. Vanaf het begin is helder dat de Zoon het werk zal voltooien. De Zoon zal opstaan! Dat maakt het ook zo aangrijpend. De Koning van het leven wordt gedood. De Schepper Zelf sterft in de handen van mensen. Dat dát nodig was. Zo diep is de mens gevallen.

Voor mij
Het geloof ziet daarin niet alleen Jezus, maar ook zichzelf. En zegt op weg naar het kruis: ‘Ja, ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon; ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon; ik sloeg Hem al die wonden, voor mij moet Hij daar staan; ik deed door mijne zonden, Hem al die jamm’ren aan.’ Hij voor mij, omdat ik anders die eeuwige dood had moeten sterven. Hij werd opgewekt, om mij op te wekken uit de dood van mijn leven. ‘Dit trooste mijn geweten: ’t is al voor mij geschied!’

‘Bij Zijn kruis voelt onze ziel zich thuis’
Dan kun je uitzien naar de prediking van het kruis. Uitzien naar Goede Vrijdag en Pasen. Ds. I. Kievit schrijft: ‘De lijdensweken zijn weer aangebroken en het is een goede gewoonte in Gods kerk daarbij elk jaar enkele weken stil te staan. Wel komt dit lijden elke rustdag ter sprake, want, al ligt het lijden van de Man van smarten reeds eeuwen achter ons en staat Hij nu verheerlijkt voor de troon. Toch blijft waar wat Paulus schrijft: ‘Wij prediken Christus de Gekruisigde’ (1 Kor. 1:23). Het kruis van Christus, Zijn borgtochtelijk lijden en sterven, is de bron van leven van de kerk. De oorzaak van haar verzoening met God en een zekere waarborg, dat zij in het gericht niet schuldig zal worden verklaard. Bij Zijn kruis voelt onze ziel zich thuis. In dit kruis mogen wij vrolijk zingen van genade en recht’.

Ds. P.D. Teeuw