Buitengewone menslievendheid Ds. S.J. Verheij
Van niet-christenen kan veel ontvangen en geleerd worden. Lukas schrijft in Handelingen 28: 2 over buitengewone menslievendheid van de inlandse bevolking van Malta.
Paulus is in Jeruzalem gevangen genomen en op transport gezet naar Rome.
Op een gegeven moment komt het schip 14 dagen lang in een zware storm terecht. Een engel van God vertelt Paulus dat alle 276 opvarenden gered zullen worden.
Allen komen behouden aan land.
Het blijkt het eiland Malta te zijn. Wat gebeurt er? De bevolking komt naar de
schipbreukelingen toe. Het gaat om eenvoudige mensen die niet delen in de beschaafde cultuur van die dagen. Voor velen in hun tijd tellen ze niet mee. Maar voor schrijver Lukas wel!
Er is regen gaan vallen en het is koud. Hoe koud kun je van regen worden, zeker als je doorweekt bent. De inlandse bevolking steekt een vuur aan voor de schipbreukelingen.
Onder de opvarenden zat ongetwijfeld ruig volk. Kun je niet beter wat afstand bewaren?
Nee, dat doen ze niet! De eilandbewoners gaan ook niet als strandjutters aan het roven.
Ze zijn buitengewoon goed. Dit zou je niet verwachten.
Er is weinig veranderd tussen toen en nu. Vreemden die nu met bootjes in Europa
aankomen, wat voor mensen zijn het? Houd afstand! Dat zit diep in ons vlees en bloed.
Er zijn ook mensen, waaronder christenen, die zeg maar een vuur aansteken in hun kou. Denk aan vrijwilligers die bijvoorbeeld op Lesbos gingen helpen.
Wie geven op Malta de drenkelingen royaal hulp? Heidense inlanders en de Romeinse gouverneur Publius. Hij ontvangt schipbreukelingen drie dagen lang in zijn huis.
In ieder geval Paulus en zijn metgezellen hebben zijn gastvrijheid ervaren.
Wie zien we hierachter? God! Het is Zijn bijzondere zorg voor Paulus en zijn christelijke medewerkers. In die bijzondere zorg mogen allen op het schip delen. God gebruikt deze heidenen. Ja, het is waar: niet-christenen kunnen christenen beschaamd zetten en ten voorbeeld zijn. Niet-christenen kunnen veel voor je betekenen. God zet allerlei mensen in.
Wat is onze roeping? Er zijn voor eenieder die de Heere op onze weg brengt.
Zoals de barmhartige Samaritaan er was voor de man die door rovers was neergeslagen en aan de kant van de weg lag. Ontferming is kijken met de ogen van Jezus.
De ander is geen ‘geval’ of ‘casus’, maar iemand met wie God bewogen is.
Wie de ander werkelijk ziet, treedt de ander open en onbevooroordeeld tegemoet. Dan is er óók het zoeken van het eeuwig heil van de ander. Het vloeit voort uit Christus die aan het kruis het verlorene zocht en die door Zijn Geest het verlorene vindt.
Wie zich door Hem opgezocht weet, wordt geroepen en gáát zich geroepen weten.