Zondag wordt in onze gemeente het Heilig Avondmaal gevierd. Bij de tekenen van brood en wijn herdenken wij het bittere en smadelijke lijden van de Heere Jezus Christus. Calvijn heeft in de Catechismus van Genève prachtige dingen over het Heilig Avondmaal gezegd. Ter voorbereiding geef ik u het volgende door:
Wat is de betekenis van het Avondmaal?
Onze Heere heeft het ingesteld om ons te verzekeren, dat onze zielen door de gemeenschap met Zijn lichaam en Zijn bloed gevoed worden in de hoop op het eeuwige leven.
Wat ontvangen wij in het teken van het brood?
Het lichaam van de Heere Jezus, dat eenmaal ten offer gebracht is om ons met God te verzoenen, wordt ons daarin gegeven om ons er zekerheid van te geven, dat wij aan deze verzoening deelhebben.
Wat is het teken van de wijn voor ons?
Het wil zeggen, dat de Heere Jezus ons Zijn bloed te drinken geeft, dat Hij eenmaal uitgestort heeft als prijs en voldoening voor onze zonden, opdat wij geenszins twijfelen aan de vrucht daarvan voor onszelf.
Moeten wij werkelijk deel hebben aan het lichaam en aan het bloed des Heeren?
Dit moet men aldus verstaan. Aangezien geheel het vertrouwen in ons heil berust op de gehoorzaamheid, die Hij aan God Zijn Vader heeft betoond en die ons toegerekend is alsof zij de onze ware, moeten wij Hemzelf bezitten. Zijn gaven kunnen immers de onze niet zijn, indien Hij zich niet eerst aan ons geeft.
Het middel, waardoor wij Hem in ons opnemen, is toch het geloof?
Ja, mits wij evenwel niet alleen geloven, dat Hij gestorven is en opgestaan om ons van de eeuwige dood te verlossen en voor ons het leven te verwerven, maar ook dat Hij in ons woont en met ons verbonden is, zoals het hoofd met zijn leden, om ons deelgenoot te doen zijn van al Zijn genadegaven door de kracht van deze geloofsverbintenis.
Hoe moeten wij het Heilig Avondmaal gebruiken?
Zoals de heilige Paulus het zegt: de mens beproeve zichzelf alvorens te naderen (1 Corinthe 11: 28).
In welk opzicht moet hij zichzelf beproeven?
Of hij een waar lidmaat van Jezus Christus is.
Waaraan kan hij dat weten?
Of hij een waarachtig geloof en berouw heeft; of hij zijn naasten met ware liefde liefheeft en niet bezoedeld is door haat, wraakzucht of vijandschap.
Is het dan vereist een volmaakt geloof en volmaakte liefde te hebben?
Zij moeten beide echt zijn en niet geveinsd. Maar zo volmaakt te zijn, dat er niets op te zeggen valt, dat vindt men niet onder de mensen. Dan zou ook het Avond-maal tevergeefs ingesteld zijn, wanneer niemand het mocht ontvangen, tenzij hij geheel volmaakt was.
Verhindert onze onvolmaaktheid ons dus niet om toe te gaan?Integendeel, het Avondmaal zou ons tot niets dienen, als wij niet onvolmaakt waren, want het is een steun en troost in onze zwakheid.
Hoe zou men dus moeten oordelen over iemand, die er geen deel aan wenst te nemen?
Men zou hem niet voor een christen mogen houden. Want door zo te doen, weigert hij te belijden en verloochent hij als het ware zwijgend Jezus Christus.
Ik wens u een gezegende Avondmaalszondag!
Ds. H. J. van der Veen