Carnaval

Komende woensdag is het ‘aswoensdag’. Dan begint overeenkomstig een goede, oude traditie de periode van de grote vasten. Een tijd om je alvast te concentreren op de betekenis van Goede Vrijdag en Pasen. Dan gedenken we immers de verlossende daden van onze Heer.

De komende weken staan in het teken van de toeleving naar het gedenken van Christus’ dood en opstanding. Protestanten hebben het vasten niet zo vaak in praktijk gebracht. In zekere zin is dat jammer. Want ons goed voorbereiden op het hoogfeest van de Kerk kan heel goed door vasten gebeuren.

Hoewel de vastentijd door degenen die er serieus mee omgaan wel als een heel goede, in ieder geval zinvolle tijd wordt beleefd, kun je er uiteraard geen plezier aan beleven. En plezier maken – dat willen de mensen ook op z’n tijd. Daarom was van oudsher vóór aswoens-dag, voordat de vasten begon, de zogenaamde ‘vasten-avond’. In bijvoorbeeld Bergen op Zoom heet dat nog zo. Op vele andere plaatsen heten de dagen voor ‘aswoens-dag’ ‘carna-val’. Weet je wat dat letterlijk betekent? Het is Latijn voor: ‘Vlees vaarwel’. Het ‘vlees’ wordt vaarwel gezegd, de geneugten weg. Nu nog één keer je helemaal uitbundig uitleven….

Helaas is ‘carnaval’ op nogal wat plaatsen in de wereld verworden. Ik ben benieuwd wat de cijfers in het Braziliaanse Rio de Janeiro dit jaar zijn. Een vorig jaar sprak men van ‘slechts’ vier doden en elders in datzelfde Zuidamerikaanse land honderdveertien. Triest. Laten we dichter bij huis blijven. Met name in de zuidelijke provincies wordt uitvoerig carnaval gevierd, maar waar is de beleving van vasten? Waar is de voorbereiding op Goede Vrijdag en Paasmorgen? Misschien wel ver te zoeken.

Maar hoe is het bij ons? Bij jou? Ik geloof dat het goed is bij het antwoord op die vraag aan het begin van de lijdenstijd stil te staan. Carnaval: ‘Vlees vaarwel’. Toen ik over die woorden nadacht, kwam een woord van Paulus bij mij boven: ‘Wie Christus Jezus toebehoo-rt, heeft zijn eigen natuur, zijn vlees, met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen’ (Galaten 5: 24).

Als je bij de Here Jezus hoort, ben je ook aan het kruis gegaan. Dan zijn die dingen die niet bij Christus passen en bij je leven met Hem, door jou persoonlijk aan het kruis geslagen: ontucht, zedeloosheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie, woede, gekonkel, geruzie, rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen. Deze werken van het vlees, dat ‘vlees’ heb je vaarwel gezegd. Carnaval En met blijdschap! Ja, het is wel moeilijk, het is een gevecht met jezelf, waarin je nooit de complete overwinning kunt behalen. En al helemaal niet in eigen kracht. Daarom is de vastentijd, de lijdenstijd, de tijd waarin je het vlees vaarwel zegt, ook en vooral gebedstijd.

Zo gaan wij de lijdenstijd in. We bereiden ons voor op het gedenken van Goede Vrijdag en de viering van Pasen. We zeggen: Carna-val, vlees vaarwel. Dat is een moeilijke weg, maar een weg die we biddend mogen en daardoor kunnen gaan. Zo zeggen we het met de woorden van de berijming van het Onze Vader:

Verlos ons uit des bozen macht;
bescherm en sterk ons door Uw kracht:
wij zijn toch zwak, zijn sterkt’ is groot;
dus zijn w’ elk ogenblik in nood.
Hier komt nog vlees en wereld bij,
o, sterk ons dan, en maak ons vrij.

G.J. Mink