Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE (Jeremia 31: 34a).
Er hangt een briefje op de deur: ‘De catechisatie gaat niet door’. Het bericht was al verspreid via de app en de mail. Kennelijk lukte het niet meer om vervanging te vinden. Vandaar: De catechisatie gaat niet door.
Het is alsof de profeet Jeremia ook zo’n briefje ophangt. Op de deur. Van het Dienstgebouw bijvoorbeeld. Nee, er is niemand ziek. Gelukkig is er ook geen sprake van een teveel aan afmeldingen. Dat briefje op de deur heeft juist een heel positieve reden. Hoor maar: ‘Zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe’. Die reden is dus een belofte. Wat een mooie belofte is dat: ‘Zij zullen Mij allen kennen’. De HEERE kennen met hoofd en hart. Hem kennen vanuit een levende relatie. Hem erkennen als de levende God. En dat niet voor een handjevol geïnteresseerden, maar werkelijk voor iedereen. ‘Vanaf hun kleinste tot hun grootste toe’. Die belofte raakt aan het nieuwe verbond. Dat verbond is werkelijkheid geworden met het sterven van Christus.
Het briefje op de deur heeft iets weg van een machtig perspectief. Daar gaat het heen: Iedereen zal een levende relatie met de HEERE hebben. Woensdagavond mogen we dit briefje tijdens het gebedsmoment biddend bij Hem brengen. Hij wil dat de gemeente van het nieuwe verbond Hem aan Zijn beloften houdt. Ook aan deze. Hij wil dat wij Zijn perspectief in het oog houden. Ondanks alles.
De HEERE maakt de catechisatie overbodig. Bemoedigend om vanuit dit gezichtspunt catechisatie te geven en te ontvangen.
Zij komen aan, door Godd’lijk licht geleid,
om ‘t nakroost dat de HEER wordt toebereid,
te melden ‘t heil van Zijn gerechtigheid
en grote daden
ds. L.W. den Boer