De Geest in Efeze S.J. Verheij
‘Word vervuld met de Geest’ (Efeze 5: 18)
Ongeveer 12 discipelen uit Efeze weten niet eens dat er een Heilige Geest is. De apostel Paulus legt hen de handen op met als gevolg dat ze in vreemde talen spreken en profeteren (Hand. 19: 1-7). Wanneer de apostel later een brief aan deze gemeente schrijft, spreekt hij telkens weer over God de Vader, over de Zoon én over de Heilige Geest. Twaalf keer lezen we in vijf hoofdstukken over de Geest.
– Verzegeld worden met de Heilige Geest van de belofte (1: 13)
– Gebed om de Geest van wijsheid en van openbaring (1: 17)
– Door één Geest toegang tot de Vader (2: 18)
– De gelovigen tezamen als een woning van God, in de Geest (2: 22)
– De openbaring aan de apostelen en profeten door de Geest (3: 5)
– Versterkt worden door de Geest in de innerlijke mens (3: 16)
– Zich beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren; één lichaam en één Geest (4: 3, 4)
– Niet bedroeven van de Heilige Geest van God (4: 30)
– Niet dronken worden van wijn, maar vervuld met de Geest (5: 18)
– Het zwaard van de Geest (6: 17)
– Voortdurend bidden in de Geest (6: 18)
Wat doet de Geest? Hij betrekt ons op het heilswerk van Jezus Christus. Zo leidt Hij ons terug naar de Vader. Hoe belangrijk en onmisbaar is daarom het werk van de Geest. Het is niet voor niets dat de apostel aan de twaalf discipelen (en via hen aan ons) vraagt of ze de Geest ontvangen hebben. In alle teksten die hierboven staan, gaat het om het delen in alles waarmee God in Christus komt. Dit is het leven van het nieuwe verbond. Het is leven vanuit de rijke schatten in Christus. Het klassieke doopformulier zegt het zo: ‘als wij gedoopt worden in de Naam van de Heilige Geest, verzekert ons de Heilige Geest …., dat Hij ons wil schenken wat wij in Christus hebben’.
De Geest heeft daarbij de handen vol aan ons. Ik las (in Goed Gelovig, een thematische uitleg van de HC) : ‘De Geest heeft er – menselijk gesproken – de handen vol aan om mensen aan Christus te verbinden. Onze zonden, de gebrokenheid van het leven en de gebrekkigheid van ons kennen en voelen zijn sterke belemmeringen. Ook in het tijdperk van de Geest komen dorre perioden, aanvechtingen en nood voor. Het nieuwe leven is nog niet volledig gerealiseerd. Maar in deze tijd is de Geest de Pleitbezorger, Trooster, Helper en Gids. De Geest doet hetzelfde als Christus: mensen het leven geven (…) Door het geloof in Christus ontvangt een mens dit leven. Zie het werk van de Geest en loof God! En bid of de Geest dit nieuwe leven wil versterken en verdiepen in alle stress, zonde en gebrokenheid waarin wij ons bevinden’.