De genealogie van Jezus

(Mattheus 1 vers 1-17)

Genealogie is de wetenschap, die onze afkomst of afstamming bestudeert. Genea betekent afkomst of afstamming en logos betekent wetenschap of kennis. Het is zeker met de komst van het internet erg populair geworden om je stamboom uit te pluizen. Om na te gaan waar je familie oorspronkelijk vandaan komt, wie je voorouders waren en wat ze zoal hebben gedaan in het leven. Velen vinden het leuk om te ontdekken, wie familie van ze zijn en wat hun beroep was. We hoeven niet te denken, dat dit iets nieuws is, het is van alle tijden. Ook al in de dagen van de Here Jezus en daarvoor. In de bijbel vinden we verschillende geslachtsregisters en Mattheüs begint zijn evangelie zelfs met die van de Here Jezus. Jezus is een verre nakomeling van koning David! Als dat geen goede papieren zijn!

Geslachtsregister van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham, luidt de openingszin van het Nieuwe Testament en het eerste evangelie. Als je vervolgens die lange lijst met namen doorkijkt, dan kom je de namen tegen van roemruchte koningen van Juda. En van een aantal vrouwen. Dat op zich is al heel apart, want die namen van vrouwen kwamen normaal gesproken niet voor in een geslachtregister. Daar komt nog bij, dat het ook nog vrouwen waren, waar je het nodige op kunt aanmerken. Het zijn namen, die met zonde en heidendom te maken hebben, want sommigen van die vrouwen zijn zelfs van buitenlandse komaf, zoals Ruth, de Moabitische.

Vanaf Mattheüs 1 vers 12 worden de namen opgenoemd van de families na de ballingschap. Wie kent ze eigenlijk nog, veel glans en glorie is aan die namen niet verbonden. Het nageslacht van koning David, veel stelt het allemaal niet meer voor! Wie is Jozef nou helemaal, de man van Maria, uit wie Jezus geboren is, die Christus genoemd wordt (Mt.1:16) Niets bijzonders. Een onbekend timmermannetje uit een dorp Nazareth, waar niets goeds uit voort kan komen. Hoeveel mensen zullen in dat dorp nu helemaal geweten hebben, laat staan geloofd hebben, dat Jozef afkomstig was uit het huis en geslacht van David? Opgaan, blinken en verzinken gold ook voor het geslacht van David. Het Koninklijk huis, verarmd, roemloos, gewoon geworden, zoals vele andere families.
Toch komt er door Gods toedoen verandering in die situatie. In die lange lijst met namen van die oude familie staat daar ineens de naam Jezus. Niet zelf door het huis van David voortgebracht, maar door Gods ingrijpen ingebracht. Een geschenk van Boven, want wat in Maria, Jozefs ondertrouwde vrouw,  verwekt is, is uit de Heilige Geest (Mt.1:20) Nieuwe luister wordt geschonken aan een oud geslacht. Ten diepste geldt van onze stambomen hetzelfde als van dat van David. Vergane glorie. Wat zeggen de namen van ons voorgeslacht? Wat stralen die uit! Tot God in die lange lijst van namen van het menselijk geslacht een nieuwe Naam, de Naam boven alle Naam, inbrengt. Jezus! Zoon van Gd, mens geworden als wij! Dat maakt alles volkomen anders! Want Hij is het zijn volk zal redden van hun zonden. (Mat.1:21) De naam Jezus betekent immers: “God redt”!