(Romeinen 6:3 en 4.)
De eerste zondag na Pasen en de doop van vijf jonge kinderen is een mooie aanleiding om na te denken over de relatie tussen Pasen en de doop! Want die is er! Nieuwe gelovigen werden in de vroege kerk in de Paasnacht gedoopt. Dat is niet toevallig. In Romeinen 6 spreekt Paulus over “door de doop met Christus in zijn dood begraven worden en zoals Christus is opgewekt uit de dood, zo mogen ook wij met Hem in een nieuw leven wandelen! Zoals door één mens, de eerste mens Adam, de zonde in de wereld is gekomen, zo is ook door één mens, de tweede Adam, Jezus Christus, de zonde uit de wereld weggenomen. Jezus gaf zijn leven in onze plaats, opdat wij zouden worden vrijgesproken, rechtvaardig zouden zijn voor God door Zijn genade! Mensen, die alles verknoeid hebben door hun verkeerde daden, woorden en gedachten, worden toch door God aangenomen als Zijn kinderen. Betekent dat dan, dat het uiteindelijk met iedereen wel goed komt? Nee, Paulus leert geen alverzoening. De genade van Christus is meer dan overvloedig, maar er hoort ook bij, dat je in geloof op de knieën komt voor Jezus! Want zegt Paulus in hoofdstuk 6: “ denk nou niet, dat je, omdat je zonden vergeven zijn, het niet meer zo nauw luistert in je leven. Dat je kunt leven vanuit de gedachte: “hoe meer ik zondig, hoe groter Gods genade wordt”. Dat God in Christus een mens genade schenkt, is geen vrijbrief om er vervolgens maar onbezorgd en onbekommerd op los te leven. Wie zijn of haar zonden vergeven weet door het bloed van het Lam, tracht in het dagelijks leven Jezus uit dankbaarheid na te volgen in zelfverloochening en kruisopneming. Geloof moet je aan iemands daden, aan iemands manier van leven, denken en handelen kunnen zien! Paulus maakt daarom korte metten met de gedachte, dat het allemaal niet uitmaakt hoe je leeft of wat je doet, want God vergeeft je toch wel. Als je dat denkt, dan heb je niks begrepen van het offer dat Jezus heeft gebracht, om nog maar te zwijgen van Zijn opstanding! Want Jezus, verlossingswerk is op het allernauwst met ons verbonden! Hoe? Door de doop! Door de doop zijn we met alle vezels van ons bestaan aan Jezus vastgemaakt! Daarom, als we aan de zonde gestorven zijn, hoe zullen we dan nog in de zonde blijven leven? Of weet ú niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn gedoopt in Jezus’ dood. Sommigen denken dat dopen een verplicht ritueel is, waardoor je lid wordt van de club die kerk heet! Nee, dat is dopen beslist niet. Wat is dopen dan wel? Dopen is o.a. begraven! Op 5 juni 1909, zei de hofpredikant ds. Gerretsen bij de doop van prinses Juliana, de moeder van koningin Beatrix: “wij gaan zo dadelijk Juliana begraven”. Ontzetting alom in de kerk, maar deze dominee had wel gelijk. Dopen is begraven! Of weet u niet, dat wij allen, die in Jezus Christus gedoopt zijn, in zijn dood begraven zijn? Gedoopt zijn in Christus, is gedoopt zijn in Zijn dood! Met Hem gestorven zijn aan het kruis! Met Hem begraven worden in Zijn graf! Dat is de betekenis van de doop! En wie gedoopt is, mag, nee, moet ook geloven, dat hij/zij een nieuwe schepping is geworden in Jezus Christus. Want wie gedoopt is, diens oude bestaan is met Christus gekruisigd en met Hem gestorven en begraven. En ook met Hem opgewekt tot nieuw leven. Hoe kan dat? Omdat wij mogen delen in de overwinning, die Christus Jezus heeft behaald op Pasen, toen Hij triomfeerde over de macht van de dood, zonde en de duivel. Want alles wat Jezus deed, deed Hij als de Zoon van God voor ons allen. Door toedoen van één, Adam, ging het mis, door toedoen van één, Jezus, werd alles weer goed tussen God en ons. Ons heeft het niets gekost, Hem alles. Want wij zijn, zegt Paulus: samengegroeid met hetgeen gelijk is aan Jezus’ dood, daarom zullen wij het ook zijn met hetgeen gelijk is aan zijn opstanding! Wat betekenen deze woorden? Dopen is vastgemaakt worden aan Jezus op de manier van het samengroeien. Of zoals je ook kunt zeggen: op de manier van het “in Jezus” zijn, “in Christus zijn”. De Chinese dominee Watchman Nee legt dat zo uit. “Kijk, ik heb hier een blaadje papier. Ik schrijf er wat op en dat stop ik in een boekje. Vervolgens pak ik dat boekje in en stuur het naar iemand in Amerika. Wat gebeurt er met dat blaadje in dat boekje? Dat reist natuurlijk met dat boekje mee naar Amerika. Alles wat er met dat boekje gebeurt, gebeurt er ook met dat blaadje papier wat ik er in gelegd hebt. Dat is in Christus zijn! Alles wat van Hem geldt, geldt ook van mij! Hij is gekruisigd, ik ben gekruisigd! Hij is gestorven, ik ben gestorven! Hij is opgestaan, ik ben opgestaan! Mijn oude mens is dood en begraven. Die mens, onderworpen aan de wet van de zonde, die mens is niet meer, die is dood en begraven met Jezus. Want wij zijn door de doop samengegroeid met Hem. En toen Jezus opstond uit het graf, stonden wij met Hem op uit de dood, als een nieuwe schepping, in een nieuw leven. Als nieuwe mensen. Omdat we aan Jezus zijn vastgemaakt door de doop! Het was Jezus, die alles heeft volbracht en niet wij. Toch mogen we zeggen: wij hebben met Christus de zonde overwonnen, want wij zijn in Hem! Door de doop in Zijn dood gedoopt en met Hem begraven en opgestaan. In een splinternieuwe werkelijkheid. Wat is die splinternieuwe werkelijkheid? Dat is, dat wij, omdat wij met Christus gestorven zijn, rechtens vrij van de zonde zijn. Dat is het nieuwe! Je bent geneigd om te zeggen: wat zeg je daar, Paulus, ik, wij, rechtens vrij van de zonde? Dat klopt toch niet? Nee, zegt Paulus ik vergis me niet! Het moet ook voor u en jou vast staan, dat u wel dood bent voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus! Want je bent gedoopt! Denk maar aan dat blaadje in dat boekje. Je bent in Christus, samengegroeid, vastgemaakt aan Hem door de doop! Geloof dat nou toch! Christus heeft je weggerukt uit het rijk van de duisternis en de satan heeft niets meer over je te zeggen. Hij kan beschuldigen wat hij wil, maar hij bereikt er niets mee. Laat daarom de zonde niet langer als koning heersen over uw sterfelijk lichaam. Vindt u, jij, het ook zo lastig om dat te geloven? Want de zonde heeft nog zo vaak zoveel macht over mij! Je neemt je nog zo voor, die fout bega ik niet weer, dat overkomt me niet meer! En even let je niet op en dan is het toch al weer gebeurd. Natuurlijk weet Paulus dat de zonde een macht is in ons leven. Maar toch! Dwars tegen die ogenschijn- lijke werkelijkheid in, dwars tegen ons gevoel en ervaring in, is dit toch waar: en toch heeft de zonde geen macht meer over mij! Het is dwaas om met Christus gestorven te zijn en te doen alsof de zonde nog alle macht over je heeft. Want we zijn gedoopt! Met Jezus gekruisigd, gestorven en begraven en opgestaan! In een nieuw leven. Je mag het misschien niet zo ervaren, je gaat misschien nog vaak op je gezicht, maar je mag in geloof zeggen: ik ben gedoopt en door de doop ben ik geen burger meer van een land in zonde, maar van het Koninkrijk der hemelen, waar Jezus koning is en de zonde niet meer heerst. Want er heeft een kruis gestaan op Golgotha en toen is mijn oude ik meegekruisigd. Daarom leeft niet meer mijn oude ik in mij, maar Christus! Ik ben gedoopt en in Hem ben ik een nieuwe schepping en door Zijn kracht en genade zal ik daar ook naar leven in het leven van elke dag. En overwinnen!
Ds.J.F.Tanghé