(1 Korintiƫrs 7)
Hoeveel mensen zijn vandaag de dag nog tevreden met zichzelf: met wie ze zijn, met hun eigen lichaam, hun werk, partner, levensomstandigheden, enz. We worden regelmatig opgeroepen om te veranderen van baan, van leverancier van nutsvoorzieningen, van bank en weet ik wat nog allemaal. Trouw duurt zolang we er voordeel van hebben. We vergeten haast dat de tijd, die we besteden aan veranderen, ook geld is. Zo worden we slaven van de verandering. De moderne mens wordt geleerd nooit tevreden te zijn. Als je je ergens niet meer goed bij voelt, of iets voldoet niet meer, dan moet je zien dat je daar zo snel mogelijk van loskomt, ook als het om je partner gaat. Trouw duurt zolang we iets fijn vinden; als het een sleur wordt, is het gedaan met de trouw. Zo worden we slaven van de waan van de dag. En juist voor dit soort slavernij wil Paulus ons hier in 1 Korintiƫrs 7 waarschuwen. Al dergelijke bekommernissen mogen we aan God overlaten, want Hij zorgt voor ons. Hij die voor onze vrijheid met zijn leven betaald heeft, wil voor ons het beste. En als daarvoor een verandering nodig is, dan zal Hij daarin voorzien. Gelukkig mogen we ook nog onze eigen wensen en verlangens in het gebed bij Hem brengen. Maar dan moeten we ze daar ook laten en niet weer oppakken. We hoeven geen slaven van mensen te worden, maar ook niet van onze eigen bezorgdheid of van onze verlangens.
Gebed:
Heer, geef mij rust in de situatie waarin ik mij bevind en ook een opmerkzaam oog voor wat U op mijn weg brengt.
Piet Wielaard