Een Deur van Hoop
En het Dal van Achor tot een deur van hoop
Hosea 2:14a
Ergens ten noorden van Jericho ligt het dal Achor. Daar hebben eeuwen geleden de Israëlieten Achan, zijn vrouw en kinderen, zijn vee en have, gestenigd en verbrand. Onder de steenhoop ligt een massagraf. Ontzet vragen wij ons af: ‘Waarom is dit gebeurd?’ Wel, Achan heeft het gebod van God overtreden en het verbond met God verbroken. Hij heeft van het verbannene gestolen: goud, zilver en kleding. God laat zijn zonde niet ongestraft. Daarom ligt er aan de ingang van het beloofde land een ongeluksdal!
Wij kennen in ons leven allemaal zo’n dal van beroering en verwarring. De zorgen over ons gezin, de problemen rondom de opvoeding van onze kinderen, de spanningen op ons werk, de strijd tegen een ongeneeslijke ziekte. Er wordt wat geworsteld in dagen van verlies en verdriet. Soms vallen wij in een diepe put van moedeloosheid en neerslachtigheid.
Een ongeluksdal. Toch hebben wij daarmee niet de diepte van ons dal van Achor gepeild. Op de bodem van onze wonden liggen onze zonden. Wij zijn God kwijt geraakt. Wij hebben onszelf van de Levensbron afgesneden. Wij stappen over het gebod van God heen en wij springen uit de band van het verbond van God. Wij hebben onszelf in het dal van onze zonde en schuld voor God geworpen.
Toch wil Christus ons Achordal tot een deur van hoop maken! Want Christus daalt af in ons ongeluksdal. Hij opent de deur van Gods genade. Hij baant de weg naar het eeuwige leven. Want hiertoe is Christus in de wereld gekomen om zondaren zalig te maken, om te zoeken wat verloren is. En Jezus zegt: ‘Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden.’
Christus is de Deur van Hoop. Met Kerst opent de Heere Jezus de deur van Zijn genade. Hij is de geboren Zaligmaker! Met Goede Vrijdag slaat Christus een bres in de muur van onze zonden. Hij kruipt in Gethsémané en op Golgotha door de hel en de Godverlatenheid. Hij stilt de toorn van God. Op de Paasmorgen wentelt Hij de steen van het graf. Hij laat zien, dat er leven na de dood is. Leven door Zijn dood bereid. Leven tot in eeuwigheid. En op de Hemelvaartsdag zet Christus de hemelpoort wijd open! Er is een levende Weg naar de zaligheid. Er is een geopende Deur in het Vaderhuis.
Een deur van hoop. Het is goed om na te denken over wat Christus voor ons heeft gedaan. De geloofsbelijdenis van Nicea zegt: ‘Die om ons mensen en om onze zaligheid is nedergekomen uit de hemel en die ook voor ons gekruisigd is en ten derde dagen opgestaan is naar de Schriften.’ Dat geeft ons moed en kracht. Dat schenkt ons vertrouwen en verwachting.
Ik kijk nog één keer naar het Achordal: ‘Eenmaal als de stonde slaat, en dit lichaam sterven gaat… dan zullen wij in ons Achordal begraven worden. En onderwijl klemmen wij ons vast aan Gods belofte: ‘Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven.’ In de navolging van Christus zal ook ons graf worden geopend. Wij zullen opstaan en met Hem meegaan. Op grond van Zijn belofte: ‘Ik zal het dal van Achor maken tot een deur van Hoop!’
H.J. van der Veen