En spoorde hij hen allen aan om met een hartelijk voornemen bij de Heere te blijven. En het gebeurde dat zij een heel jaar met de gemeente samenkwamen en een grote menigte onderwezen (Handelingen 11: 23b en 26a).
De prekenserie over Hebreeën 11 is weer voorbij. Sinds Pinksteren stond het volhardende geloof centraal. En dat aan de hand van concrete voorbeelden.
Hebreeën 11 is een uitgebreid appèlwoord. Telkens bond de schrijver het de Hebreeën – en ons – op het hart: ‘Houd vol’. Iets dergelijks horen we in Antiochië. Door een wonder is een groot aantal mensen tot geloof gekomen in de Heere Jezus. Dat is om blij van te worden. De apostel Barnabas is dan ook verheugd. Tegelijkertijd klinkt er uit zijn mond een aansporing aan het adres van de jonge christenen: ‘Blijf bij de Heere’.
‘Volhouden’ en ‘bij de Heere blijven’ heeft alles met elkaar te maken. Ik moet denken aan de woorden van de Heiland: ‘Die in Mij blijft en Ik in Hem, die draagt veel vrucht’.
Wat is de vrucht van de gehouden prekenserie? Dat is een boeiende vraag. Ik verlang ernaar dat de aansporing van Barnabas gehoor mag vinden. Het gaat over een hartelijk voornemen om bij de Heere te blijven. Mooi om dat uit te spreken voor Zijn aangezicht, persoonlijk, maar ook met elkaar. Het heeft iets weg van het afleggen van een gelofte. Dat is wel kwetsbaar. En dan nog iets: voornemens komen niet altijd uit. Dat wist Barnabas natuurlijk ook wel. Barnabas houdt echter aan. Hij stimuleert ons tot een goed voornemen. Zo halverwege het jaar. Blijf bij de Heere!
De prekenserie krijgt een vervolg in het bijbelstudiemateriaal voor het kringwerk, maar ook voor persoonlijke overdenking. Zo gaat het onderwijs door. Net als in Antiochië trouwens. Gedurende een jaar komen Barnabas en Saulus samen met de gemeente. Laten we bidden dat de bijbelstudies vruchten mogen afwerpen. Dat kringleden elkaar mogen stimuleren om bij de Heere te blijven. Dat jongeren en ouderen mogen zien op de overste Leidsman en Voleinder van het geloof, Jezus. Laten we bidden met de dichter van Psalm 80:
Behoud ons, Heer der legermachten,
zo zullen w’ ons voor afval wachten.
Dan zullen wij niet van U wijken.
Uw Naam zal op ons voorhoofd prijken.
ds. L.W. den Boer