Een hongerklop voorkomen

Zondag vieren we als gemeente het Heilig Avondmaal. Ik denk dat het niet bewust zo is gepland, maar ik vind het mooi dat deze zondag ook het begin is van de week waarin het gemeentefeest een plek krijgt. Laten we niet alleen maar focussen op de startzondag (18 september) als áfsluiting van deze gezamenlijke momenten van ontmoeting, vorming en toerusting, maar laten we ook de komende zondag zien als het begín van die week. Immers, de Maaltijd van de Heer is dé plek waar de eenheid als christenen mag beginnen. Als iets christenen namelijk bindt, dan toch wel het besef dat we allen mogen leven van genade. De grond onder ons bestaan vinden we in wat Christus heeft gedaan, en dat maken de tekenen van brood en wijn ons zichtbaar, tastbaar en proefbaar duidelijk.

Daarom kijk ik uit naar de viering van het Avondmaal. Ik hoop dat dit ook geldt voor u en jou die deze meditatie leest. Of je nu zondag de Maranatha Kerk of de Grote Kerk hoopt te bezoeken. Mijn indruk is alleen dat niet iedereen naar een Avondmaalszondag uitkijkt. Ik weet wel dat daar allerlei redenen voor kunnen bestaan en daar zijn ongetwijfeld goede gesprekken over te voeren. Trouwens, ik zou zeggen: voer dat soort gesprekken ook inderdaad, als je zondag liever een andere kerk bezoekt, of liever thuis blijft omdat het Avondmaal gevierd wordt. Want echt, je mist iets… Nee, ik wil het ook niet zó groot en bijzonder maken dat dit juist weer drempelverhogend zou werken. Maar het gegeven dat het onze Heer en Heiland zelf goed heeft gedacht zijn kerk deze Maaltijd te geven, spreekt toch boekdelen? Dan is het helemaal niet nodig om het groter en bijzonderder te maken. Dan moeten we misschien wel met enige schaamte vaststellen dat we dat in onze traditie al gedaan hébben. We vieren vier, vijf keer per jaar. Dat is bepaald weinig. We drinken vaker koffie na de dienst, dan dat we Zijn Maaltijd vieren… En dat kan zomaar leiden tot een hongerklop. Omdat ik geregeld een rondje op de racefiets rijd, weet ik uit ervaring wat dat is. Professionele wielrenners overkomt het tegenwoordig zelden meer, door de manier waarop ze hun data als hartslag en verbruikte wattages inzichtelijk hebben tijdens het fietsen.

Maar een hongerklop wil zeggen dat je tijdens het fietsen je energiepeil te weinig of te laat aanvult. Dan kun je zo gefocust zijn op het beklimmen van die berg, of op het gevecht met de tegenwind, dat je te lang doorgaat zonder eten tot je te nemen. En je voelt het niet aankomen, maar opeens is het op. Ben je leeg. Dan kom je nauwelijks meer vooruit. Een hongerklop moet je dus voorkomen door regelmatig, op tijd, voldoende energie tot je te nemen. Zo is het in het leven als gelovige ook. En de vieringen van het Avondmaal zijn wat mij betreft bij uitstek die momenten. Onze levens zijn vaak gevuld met van alles en nog wat. Daarbij hoeven we geen onderscheid te maken tussen ‘wereldse’ en ‘geestelijke’ zaken. Immers, ons hele leven mogen we leiden in het spoor van Jezus Christus. Op zondag en ook op de doordeweekse dagen. En bij dat leven als volgeling van Jezus is het zaak om dé bron bij uitstek voor een robuust en fier geloof niet te verwaarlozen: brood en wijn. En als je constateert dat je op dit moment tegen een hongerklop aanzit, of er zelfs al last van hebt? Fiets niet door op halve kracht, zoekend naar een vaatje energie dat je toch nog ergens in jezelf vindt. Het leven van het geloof is geen wedstrijd. Je kunt dus gewoon even halt houden. En bijtanken. En het mooie is, op die pleisterplaats ben je nooit alleen.

We wensen elkaar een gezegende zondag en een prachtig gemeentefeest.

Ds. Michiel Vastenhout