Een Leraar onderwijst een leraar

‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wij spreken over wat Wij weten en getuigen van wat Wij gezien hebben en toch neemt u Ons getuigenis niet aan’ (Johannes 3: 11).

In Johannes 3 lezen we over het bezoek van Nicodemus aan Jezus. Midden in de nacht is er een gesprek over de noodzaak van de wedergeboorte. Nicodemus, een leraar in Israël weet van deze dingen echter niet. En hij begrijpt ook niet waar het over gaat. Er is een misverstaan van de woorden van Jezus. Tenminste tijdens dit gesprek. Of Nicodemus het onderwijs van Jezus later verstaan heeft, weten we niet. Wel zien we hem later in het Sanhedrin voor Jezus in de bres springen (Johannes 7: 51). En we ontmoeten hem weer bij de begrafenis van Jezus in de hof van Jozef van Arimathea (Johannes 19: 39).

Een leraar van Israël die de meest fundamentele dingen niet blijkt te weten. Maar die wel zegt: ‘Wij weten dat U van God gekomen bent als leraar’ (vers 2). En deze van God gekomen Leraar gaat hem nu onderwijs geven. Jezus weet wat Hij te zeggen heeft. Hij komt van Boven. Hij spreekt wat Hij bij de Vader gehoord en gezien heeft (Johannes 14: 10). ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u’. Als met een dubbele eedzwering onderstreept Jezus wat Hij te zeggen heeft. In het Grieks: ‘Amen, amen’. Het is waar en zeker. Waarachtig en betrouwbaar. Hier spreekt de Leraar van God gezonden tot deze leraar in Israël. En deze Leraar zegt nu ook: ‘Wij weten’. En die wetenschap komt van Boven.

Die is niet van deze wereld. Maar wel bestemd voor deze wereld. ‘Wij spreken over wat Wij weten’. Want Hij heeft alles bij Zijn Vader geleerd. Hij weet wat Hij zegt. Hij getuigt van wat Hij gezien heeft. Hij is Ooggetuige. Hij komt bij de Vader vandaan. Deze Leraar, van God gezonden, is gekomen ‘om van de waarheid getuigenis te geven’ (Johannes 18: 37). Getuigen en getuigenis: woorden die we in het evangelie van Johannes veel tegenkomen. Hier is de getrouwe Getuige, de Eerstgeborene uit de doden, de Vorst van de koningen der aarde (Openbaring 1: 5). Zijn woorden zijn door en door betrouwbaar. Daar hoef je nooit aan te twijfelen. Daar kan men staat op maken.

En toch, verschrikkelijk, je wrijft je ogen uit als we dan lezen: ‘En u neemt Onze getuigenis niet aan’. Hij is als het Licht der wereld gekomen in de duisternis van deze aarde. En Johannes geeft als klacht door: ’Hij is gekomen tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen’ (Johannes 1: 11). Dat is dus mogelijk: wel horen, maar niet verstaan, niet geloven. Wel gegeven, niet aangenomen. Ondertussen spreekt deze Leraar als Een, Die macht heeft in de hemel en op de aarde. Die de dingen die niet zijn, roept alsof ze waren. Op Zijn Woord kunnen we aan. Zullen we het niet in twijfel trekken?

Tot op vandaag gaan getuigen uit om te verkondigen wat gehoord en gezien is. De Heere stuurt ze tot wie Hij wil en waar en wanneer Hij wil. Ook in Sliedrecht. Om het getuigenis van Jezus door te geven. Om mensen tot geloof te brengen. Johannes schrijft dat in een van zijn brieven (1 Johannes 1: 1): ‘gehoord en gezien, dat wordt getuigd van het woord des levens’. Opdat wij horen en geloven zullen:

Gelooft Zijn heil- en troostrijk Woord,
                                  Verhard u niet, maar laat u leiden.

Ds. W.C. Meeuse