Johannes 19 vers 30
Je hebt van die mensen die aan één woord genoeg hebben. Jezus was er ook zo een. Hij heeft aan een woord genoeg. In onze Bijbel zijn het drie woorden: ‘Het is volbracht’ – maar in het Grieks is het maar een woord: tetelesthai. Dat is Jezus’ laatste woord. Het verlossende woord.
Wij gaan naar Golgotha. De laatste minuten van Jezus. Een lange dag ligt achter Hem. Uren die wel een eeuwigheid leken – en dat waren ze ook. Want: Jezus’ ergste pijn is niet het kruis. Jezus’ ergste pijn is dat Hij in volle bewustzijn de eeuwige toorn van God heeft gedragen. Drie uur lang hangt Hij daar – in het donker, verlaten van God en mensen. Uren die wel een eeuwigheid leken – en dat was ook zo. Maar aan het einde van die drie uren, klaart het op – letterlijk en figuurlijk. Het licht gaat weer schijnen op Golgotha. De zon komt weer terug. God komt weer terug. En als de zon weer gaat schijnen, weet Jezus dat het einde nabij is.
Nog even, een paar uur, en de sabbath begint. En op de sabbath mag je rusten. Zo deed God dat ook. Na zes dagen werken, rustte Hij op de zevende dag. Dat mag Jezus nu ook gaan doen. Als je gewerkt hebt, mag je rusten. En Hij heeft gewerkt! Jesaja spreekt over de ‘arbeid van Zijn ziel’ (Jes. 53: 11). Wat heeft Hij gewerkt! Een paar hoofdstukken hiervoor zegt Jezus: ‘Ik moet werken, zolang het dag is’. Werken alsof Zijn leven ervan afhing! Nou ja, Zijn leven… ons leven hing ervan af. Maar nu zit Zijn werk er bijna op! Als de zon weer gaat schijnen, weet Jezus: het zit erop. Vader is tevreden. En daarom vraagt Hij om wat te drinken. Eerst hoefde Hij dat niet – nu wel. Waarom? Het eerste drinken wat Hij aangeboden kreeg was edik met gal: bedoeld om je bewustzijn te verminderen. Dat wilde Hij niet. Maar nu wel. Waarom nu wel? Ik denk: om nog een keer Zijn stem aan te kunnen zetten voor dit laatste woord. Het Woord spreekt het laatste woord. Hij roept het uit. Zo staat het niet bij Johannes, maar wel bij Markus. Het is een roep! En Johannes heeft het gehoord wat Hij riep. Want Johannes staat er bij.
Laten wij dit woord tot ons doordringen. Want dit woord kun je gerust een van de belangrijkste uit de Schrift noemen. In dit ene woord komt de hele weg van heil die God door de eeuwen heen gegaan is, samen. ‘Het is volbracht…’ – en wij vragen eerbiedig: ‘Heere, wat is volbracht’? Drie dingen.
1.De Schrift is volbracht.
Alles wat de profeten en de Schriften gesproken hebben, is nu voltooid. De Schrift die zegt: ‘Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht’. De Schrift die zegt: ‘Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld’. De Schrift die zegt: ‘Als een lam werd Hij ter slachting geleid . . .’, die Schrift is vandaag vervuld. ‘Vader, al wat gesproken is, is nu vervuld’. Van eeuwigheid tot heden.
2.Zijn opdracht is volbracht.
Jezus is gezonden als Getuige en Gezant van de Vader, als de gehoorzame Knecht van de Heere. Ook die opdracht is nu volbracht. Drieëndertig jaar lang heeft Hij in woord en daad getuigd van Zijn Vader. ‘Ik doe van Mijzelf niets. Ik spreek gelijk Mijn Vader Mij geleerd heeft’ (Joh. 8: 28).
3.Het lijden is volbracht.
Dat was het laatste, het zwaarste van Zijn opdracht. Heel Zijn leven was lijden, maar in het bijzonder op het eind van Zijn leven . . . Wat heeft Hij daarmee geworsteld: ‘Indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan
Mij voorbijgaan…’. Maar dat was niet mogelijk. En Hij heeft de drinkbeker aangenomen uit de hand van de Vader, de drinkbeker van de toorn van God. Hij heeft de storm van het oordeel van God over Zich heen laten komen – totdat de storm uitgewoed was. Totdat het weer licht werd op Golgotha. Wij zullen wel nooit weten wat er daar heeft plaats gevonden: tussen de Vader en de Zoon. Maar het is ontzagwekkend, peilloos diep.
Maar nu is de beker leeg. En daarom deze roep. Ik noem het een vreugderoep, een triomfkreet: ‘Het is volbracht!’ Zoals je bij wielrenners na een martelende tocht de armen omhoog ziet gaan. Zoals een renner over de finish gaat – zo gaat Jezus over de eindstreep. ‘tethelestai: gehaald! Volbracht! Het is echt-menselijke vreugde. Want Hij is echt mens! Het komt uit het diepst van zijn ziel. Zoals een zwemmer een kolkende rivier ingaat om een kind te redden – en met zijn laatste krachten de overkant bereikt, zo is Jezus de rivier van Gods toorn doorgegaan om het kind te redden!
‘Al de grote waterstromen,
Zijn, Heer’ over mij gegaan,
En mij over ‘t hoofd gekomen;
Maar Gij hebt mij bijgestaan.
(Psalm 42, Datheen).
Nu mag Hij het verlossende woord spreken. Hij heeft het gehaald! De eerste en de enige die dit zeggen kan. Adam faalde. Israel faalde. Ik faal. U faalt. Maar Hij niet. Hij is gehoorzaam tot het eind.
Hij roept het uit: tot de Vader: Vader, het is volbracht! ‘Ik heb U verheerlijkt op de aarde, Ik heb voleind het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen’ (Joh. 17: 4). Hij roept het uit: tot de wereld. ‘Wereld, het is volbracht’. Heel de wereld mag het horen. En de echo van Zijn stem klinkt tot vandaag. Het is volbracht. De weg ligt weer open. De weg naar God, de weg naar het heiligdom. De weg ligt open: voor mensen die erkennen dat ze gefaald hebben. Voor mensen die erkennen dat ze het oordeel van God waardig zijn. Voor mensen die erkennen: ‘Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor U en ben niet waardig Uw kind te zijn’ – voor zulke mensen spreekt Jezus het verlossende woord. Voor mensen die aan één woord genoeg hebben.
Amen!
Ds. M. Klaassen