En Henoch wandelde met God

(Genesis 5:22a)

Henoch was een gelovig mens. Hij leefde elke dag met God, praatte met Hem als met een vriend. Zonder God deed hij niets. Moest hij keuzes maken, ergens over beslissen, dan overlegde hij met God. Zo leefde Henoch met God, wandelde van dag tot dag met God.
Nu is met iemand wandelen moeilijker dan iemand volgen. Helemaal als het om God gaat. Want de weg, die God met ons gaat, kan niet alleen heel verschillend zijn, maar ook heel moeilijk. Langs diepe dalen kan Hij met ons gaan of ons juist over vlakke wegen voeren. Jezus zegt: “volg Mij”. Dat is daarom gemakkelijker omdat Hij voorop gaat. Volgen heeft als voordeel, dat een ander je voorgaat. Je komt nergens of die ander is er al voor je geweest. Hij bereidt de weg, verkent, maakt de weg begaanbaar.
Als je wandelt loop je naast elkaar en niet achter elkaar. Onder het wandelen praat je samen, soms staat de één even stil en stopt de ander ook. Op kruispunten overleg je met elkaar: welke route zullen we nemen, slaan we links of rechtsaf? Wandelen met God lijkt me daarom moeilijker. Want kan een mens eigenlijk wel wandelen met Zijn Schepper, met God? Wie kan God bijhouden? Gelijke tred houden. Als wij met God wandelen, dan hebben we al snel het gevoel, dat Hij op ons uitloopt. Voor we nog maar een stap hebben gezet. Zijn manier van doen is zo totaal anders, de weg, die Hij voorstelt te gaan, is lang niet altijd begrijpelijk voor ons mensen. Wandelen naast God, met God! Niet achter elkaar, maar naast Hem! Hoe kon Henoch dat? Zijn leven lang. Dat kon hij alleen, omdat God bereid was zich in te houden, kleine passen, kleine stappen te maken. Door Zich voortdurend aan Henoch’s tempo aan te passen. Daar is de komst van Zijn Zoon, onze Here Jezus Christus, het bewijs van! Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond!
Laten we niet denken dat wandelen met God vanzelfsprekend zou zijn en laten we er nooit van maken dat wandelen met God een prestatie van ons is. Gods Woord wijst ons er eerlijk op dat we allemaal geneigd zijn om liever alleen te wandelen. Zonder God. Dat is de kern van het woord zonde. Zonder God. Maar nu is het wonder, dat we God leren kennen in zijn bewogenheid voor mensen. Hij overbrugt die kloof en nodigt onvoorwaardelijk mensen uit om met Hem te leven. Als er gesproken wordt over ons wandelen met God dan klinkt daarin door dat Gods genade oneindig groot is. De Here God kiest er voor om met zondige mensen op te trekken en hun leven te vernieuwen. Wandelen met God is een uitdrukking die ons duidelijk maakt dat Gods liefde gericht is op mensen zoals wij. Mensen met fouten en gebreken. Mensen met barsten en scheuren. Maar de Schepper van hemel en aarde is er op uit om samen met ons verder te gaan. Hij wil ons leven nieuw maken en inhoud geven. Hij wil ons veilig thuis brengen. Dwars door de dood heen. Onbegrijpelijk groot is zijn genade.

Ds. J.F. Tanghé