Gebed van een vluchteling

In de Bijbel komen wij ook vluchtelingen tegen.
In het Oude Testament moeten Abraham, Izak, Jacob, Mozes, Ruth en David vluchten. In het Nieuwe Testament moet de Heere Jezus vluchten. En volgens Petrus zijn alle christenen vluchtelingen.
Vluchtelingen mogen rekenen op Gods ontferming (Psalm 146). Er is zelfs een speciale Psalm voor vluchtelingen geschreven. Ik hoop dat er onder de vluchtelingen die vandaag West-Europa overspoelen, ook mensen zitten, die de woorden van Psalm 56 kennen.

Troost voor een vluchteling 

Een gouden kleinood van David, voor de koorleider, op ‘Duif op verre eiken’; toen de Filistijnen hem gegrepen hadden te Gath. 

Wees mij genadig, o God, want de sterveling wil mij opslokken; de hele dag onderdrukt mij de bestrijder. Mijn belagers willen mij de hele dag opslokken, want ik heb veel bestrijders, o Allerhoogste! 

Op de dag dat ik vrees, vertrouw ík op U.
In God prijs ik Zijn woord, op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een schepsel mij kunnen doen? 

De hele dag verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade.
Zij scholen samen, zij verbergen zich; zij letten op mijn voetstappen, omdat zij loeren op mijn leven.
Zouden zij bij zoveel onrecht vrijuit gaan?
Stort de volken neer in toorn, o God! 

Ú hebt mijn omzwervingen geteld; doe mijn tranen in Uw kruik. Staan zij niet in Uw register?
Dan zullen mijn vijanden terugdeinzen, op de dag dat ik roep.
Dit weet ik: dat God met mij is. 

In God prijs ik het woord, in de HEERE prijs ik het woord.
Ik vertrouw op God, ik vrees niet; wat zou de mens mij kunnen doen? 

O God, op mij rusten geloften, aan U gedaan;
ik zal ze aan U met dankzegging nakomen.
Want U hebt mijn ziel gered van de dood, – hebt U niet mijn voeten voor struikelen behoed? – zodat ik voor Gods aangezicht zal wandelen in het licht van de levenden. 

Mocht u aarzelen om vluchtelingen een helpende hand te bieden, dan raad ik u aan Mattheüs 25: 31-46 nog eens rustig te lezen.

H.J. van der Veen