Geleid door de Heilige Geest

Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.
(Romeinen 8: 14)

1. Gods kinderen worden uitgeleid.
Zoals het volk Israël door de Heere uit Egypte werd uitgeleid, zo bevrijdt de Heilige Geest uit het diensthuis van de zonde. Hij ontrukt hen aan de macht van de wet. Hij stelt hen in de geestelijke vrijheid.

2. Gods kinderen worden heengeleid.
De Heilige Geest leidt Gods kinderen naar de Heere Jezus. Hij neemt hen bij de hand en brengt hen bij het kruis op Golgotha. Hij wijst hen daar op de stervende Christus. Hij fluistert hen in het hart: Deze Jezus is uw Zaligmaker! En de Heilig Geest legt deze geloofsbelijdenis in hun hart: Hij hangt daar niet alleen voor anderen, maar bovenal voor mij!

3. Gods kinderen worden doorgeleid.
In Handelingen 13: 4 staat dat de Heilige Geest Paulus roept om Antiochië te verlaten en op Cyprus het Evangelie te verkondigen. In Handelingen 16: 6 staat echter dat de Heilige Geest Paulus verhindert om naar Asia te gaan. En in Handelingen 20: 22 staat dat de Heilige Geest Paulus terugstuurt naar Jeruzalem. Kortom, de Heilige Geest wijst Paulus de weg.

Hoe wijst de Heilige Geest Gods kinderen de weg door het leven? Er komt geen briefje uit de lucht dwarrelen. In Psalm 25 staat: ‘Heere, maak mij Uw wegen door Uw Woord en Geest bekend.’ Gods kinderen vouwen hun handen boven een open Bijbel. Zij wachten op de leiding van de Heilige Geest, wetend: ‘God spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft!’

4. Gods kinderen worden voortgeleid.
De Heilige Geest zorgt ervoor dat Gods kinderen op hun eindbestemming aankomen. De Heilige Geest zal ervoor zorgen dat hun levensscheepjes in het zicht van de haven geen schipbreuk zullen lijden. De Heilige Geest brengt al Gods kinderen behouden thuis in de veilige haven van het hemels Jeruzalem.

Slotvraag: Bent u een kind van God?
U bent een kind van God als u door de Geest van God wordt uitgeleid, heengeleid, doorgeleid en voortgeleid!

De dichter van Psalm 143 bidt:

Leer mij, o God van zaligheden,
Mijn leven in Uw dienst besteden;
Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand;
Uw goede Geest bestier’ mijn schreden,
En leid’ mij in een effen land.

H.J. van der Veen