Getuigen

‘[Jullie zullen] van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde’
(Handelingen 1: 8)

Gelukkig heeft elke kerk ramen, zo hoorde ik laatst iemand zeggen. Daardoor kun je tijdens de dienst naar buiten kijken. In sommige kerken zelfs zo dat je onwillekeurig allerlei mensen voorbij ziet komen. Een vrouw met een kind, mogelijk op weg naar de koffie bij haar moeder. Een wielrenner, die al vele kilometers heeft afgelegd, zie je haastig voorbij schieten. Wat zijn er veel mensen die letterlijk aan de kerk en aan Jezus Christus voorbijgaan. Terwijl je luistert naar de verkondiging, zie je hen soms passeren. Moeten we hen maar laten gaan?

Een kerk heeft niet alleen ramen. Ook een deur, waardoor je na de dienst weer naar buiten gaat, zodat je hen op alle mogelijke momenten tegenkomt. Die vrouw met dat kind. Die wielrenner van zondagmorgen. Merken zij aan ons wat ons beweegt? Dat is moeilijk, zeg je misschien. Maar Jezus’ laatste woorden zijn: ‘Jullie zullen van Mij getuigen!’.

Dat voelt als een opdracht, maar is vooral een belofte! Niet: jullie moeten, maar: jullie zullen! Jezus zendt ons eropuit met de belofte: jullie zullen van Mij getuigen! Het is maar goed dat er ramen in de kerk zitten. Je weet meteen waar je roeping ligt.

Drs. Pieter L. de Jong

uit het Bijbels dagboek ‘Zijn roepstem horen’