Gods Woord blijft

wat mensen ook verzinnen.(Jeremia 36:23)

Jojakim, koning van Israël en een afstammeling van David zelfs, zit in de winter in zijn paleis in Jeruzalem bij een vuurbekken.
We zien een merkwaardig tafereel.
Een van de dienaren leest een voor de koning persoonlijk bestemde boodschap voor. Een boodschap van de God van Israël.
Terwijl het gelezen wordt speelt de koning met een mes.
En iedere keer als er een vel gelezen is neemt de koning zijn mes en snijdt het gelezen stuk er van af en gooit het in het vuur.
De dienaren staren verbijsterd toe.
Let er op: de koning krijgt na het horen van de profetieen geen woedeaanval. Het zijn geen heftige toestanden en hij gooit de boekrol niet in een emotionele opwelling in het vuur.
Nee, weloverwogen vernietigt hij het woord van God stukje voor stukje.
Wat drijft hem?
Overmoed? Haat? IJskoude onverschilligheid? Eigenwijzigheid?
Misschien wel van alles wat…
Maar één ding is duidelijk: van Gods Woord trekt hij zijn handen terug.
Sterker nog, het is minachting.
Maar zo gaat het nog.
Onder de zgn. grote nederlandse schrijvers is er in ieder geval één die eigenlijk net zo doet. En zijn boeken zijn verplichte literatuur voor onze jongeren.
En allemaal lezen zij van deze gefrustreerde man hoe een ouderling onhandig kon reageren en daarbij doet deze schrijver alsof alle ouderlingen zo zijn.
Hij doet er alles aan om Gods woord belachelijk te maken door tegenstrijdigheden in de bijbel te vinden en die breed uit te meten.
Met zijn pen snijdt hij iedere keer in woede en minachting een stukje van Gods Woord en gooit het in het vuilnis.
En hij is niet de enige.
Maar het kan ook ons gebeuren….
Dan staat een hoofdstuk ons niet aan.
Wij schrappen soms ook teksten of slaan ze over.
En er zijn inmmiddels ook kringen en groeperingen waar de Bijbel, als ze eerlijk zijn, nog maar uit een paar hoofdstukken bestaat. De rest is niet passend.
Dus voor wij deze koning zijn paleis uit oordelen, toch ook maar even in de spiegel kijken.
Wat gebeurde er hierna?
De beamten protesteren niet en scheuren hun kleren niet.
Jeremia wordt gevangen gezet.
De bode van God moet zwijgen.
Maar God verbergt hem en God zorgt voor hem.
En Jeremia krijgt de opdracht de rol opnieuw te schrijven.
Daarmee moet Jeremia het doen.
Meer doet God op dat ogenblik niet.
Dat moet genoeg zijn.
God handhaaft Zijn Woord.
Dat is voor Jeremia de troost die hij mag halen uit het herschrijven van de rol.
God wijkt niet voor deze koning.
God laat in Zijn genade de woorden toch weer klinken.
En aan het slot van Jeremia’s optreden mag hij zeggen: we zullen zien wiens woord stand houdt: het Mijne of het hunne.
Dat is een gigantische boodschap: God handhaaft het Woord, ondanks de minachting van wie dan ook.
God staat voor de waarheid en de waarachtigheid van Zijn Woord.
Het klinkt tot in Openbaring.
Die ene laatste grootse belofte: Zie, hoor, Johannes: “Ik maak alle dingen nieuw.
Schrijf het op Johannes, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.”
God staat op een gigantische manier op wacht voor zijn woorden en beloften.
Waarom?
Omdat die het hart zijn.
Omdat die alles zijn.
Menselijke emoties gaan op en neer en heen en weer.
Tijden en modes gaan heen en weer.
Zelfs in een mensen leven.
Maar Gods Woord zal blijven staan als een eeuwig baken.
Meer dan een vuurtoren op zee. Voor u en voor jou.
Hij was de trouwe en is de trouwe en zal de trouwe blijven.
Wij als mensen om iemand heen zijn wel eens onder de indruk van iemands geloof.
Maar die mens zelf…hij of zij die gaat sterven kent het eigen hart en weet heel diep dat er genade nodig is. Veel van Gods genade.
Wat hou je nu over aan het eind?
Dat is het amen.
Het amen zeggen op Gods belofte…
Eigenlijk is het amen zeggen op Gods Woord.
Misschien is het wel het mooist zoals Maria het zegt, in Lucas 1,als de engelGabriël bij haar staat met die wonderlijke boodschap:
Mij geschiedde naar Uw Woord.
Maria snapte niet alles.
Maria begreep niet alles.
Laat staan waarom het allemaal zo moest.
Maar echt geloof laat Gods Woord staan.
Echt geloof vertrouwt God liefde.
Echt geloof vind houvast als het Gods belofte durft te vertrouwen.
Ongeloof moet er alles aan doen om Gods stem buiten de deur te houden.

ds. A.H. Groen