‘… en (Hij) raakte zijn oor aan, en heelde hem.’ – Lukas 22 :51b
Er zijn van die kleine, weinig opvallende zinnetjes in de Bijbel, die zoveel te zeggen hebben.
Tussen al die gebeurtenissen rond de gevangenneming van de Heere Jezus, staat het er zo maar ineens: ‘en raakte zijn oor aan, en heelde hem.’
Lijden, pijn isoleren een mens dikwijls. Wij mensen zien, ervaren onze eigen pijn.
Daarom is het zo opvallend dat de Heere Jezus in Zijn lijden Zich niet in een isolement terugtrekt en alleen Zichzelf ziet. Juist op Zijn lijdensweg heeft hij oog voor het lijden van anderen!
Zelfs van één die kwam om Hem gevangen te nemen.
Zodra Judas met zijn verraderskus Degene aanwijst die ze gevangen moeten nemen, is daar Petrus.
Petrus blijkt een zwaard bij zich te hebben. Dat zwaard komt hem nu goed van pas.
Had hij niet een keer gezegd, toen het ging over Jezus gevangenneming: Dat zal u geenszins geschieden.
Hij houdt woord. Het zwaard flitst door de lucht en het oor van de knecht van de hogepriester ligt op de grond.
Direct wordt aan die verdediging van Jezus door Jezus een grens gesteld. Petrus moet zijn zwaard opbergen.
Het gaat hier niet om een strijd van zwaard tegen zwaard. Dit is het uur van de macht van de duisternis. En die macht openbaart zich in zijn verschrikkelijke dimensies.
Wat echter niet in de macht van de duisternis staat is de beweging van het heil van Godswege.
Daar gaat de macht van de duisternis juist tegenin.
Maar juist vanwege het heil van Godswege is er oog voor het lijden van de knecht van de hogepriester.
Malchus mist een oor of eigenlijk: de oorschelp. Zijn gezicht is lelijk geschonden.
En wat doet Christus? Dokter Lukas meldt nauwkeurig dat Jezus de oorschelp aanraakt, oppakt en de knecht geneest.
Vele keren heeft Jezus een wonder gedaan. Nu Hij Zijn leven gaat beëindigen doet Hij het nog een keer.
Maar Hij doet geen wonder zonder betekenis. Hij is geen tovenaar.
Als Hij een wonder doet, dan hoort dat bij Zijn werk: het geschondene herstellen!
En wat is er allemaal niet geschonden? De verhouding met God; het leven in de schepping; het leven van de mens.
Ziekten, verwondingen, pijnen, het zijn allemaal tekenen van het geschonden leven. Zo trekt de zonde diepe sporen in ons leven.
En Christus laat Zich gevangen nemen om Zich te laten verwonden en te laten doden, om zo het geschondene te kunnen helen. Hij is de grote Heelmeester.
Zelfs nu in dit uur van duivelse macht, is Hij de Heelmeester. Hij is de Zaligmaker, Die het geschondene redt!
In de genezing van het oor van Malchus, zegt Hij eigenlijk tot Zijn Vader: Ik doe Uw wil. Ik herstel voor U, wat mensen stuk maakten.
Tegelijk laat Hij ook weten: Malchus, ook u moet blijven horen. Blijven horen, net als ieder ander, dat Ik gekomen ben om heel te maken wat geschonden is.
Daarom neemt Jezus op Zijn lijdensweg ook dit lijden op Zich en Hij heelt het.
Opdat ieder het zou weten: Tegenover de volmacht van de duisternis staat Zijn volmacht om te helen, te redden. Ook u. Ook jou!
ds. J de Jong