Laat ons de onwankelbare belijdenis van de hoop vasthouden….
Die het beloofd heeft, is getrouw!
Hebreeën 10: 23a
U kent ongetwijfeld de geschiedenis van Rachab. Nadat de verspieders haar huis verlaten hebben, moet zij een rood koord uit haar raam hangen. Dat scharlaken koord is voor Rachab een teken van hoop. Even zeker als het koord uit haar raam hangt, even zeker mag zij vertrouwen op Gods beloften. Want het leven van Rachab hangt niet alleen aan een zijden draadje, maar ook aan een scharlaken koordje…
In navolging van Rachab worden wij aangespoord om op de beloften van God te vertrouwen. De schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt: “Laat ons de onwankelbare belijdenis van de hoop vasthouden; want Die het beloofd heeft, is getrouw!”
Dr. G. van den End schrijft in het boekje “Groeien in het geloof” hierover het volgende:
“Wij zijn niet van die krachtpatsers. En dan toch de belijdenis van de hoop vasthouden? Blijven bij Christus en bij Zijn beloften, hoe moet dat dan? Gelukkig staat er wat bij: Die het beloofd heeft, is getrouw! Gouden woorden… Christus is voorgegaan. En omdat Hij vasthoudt, leren ook wij vasthouden. Denkt u maar aan bergbeklimmers. Misschien kent u het vanuit de praktijk in de vakantie of hebt u ze bezig gezien. Eén is de leider. Hij heeft een touw om zijn middel. Dat touw hangt heel lang en laag achter hem aan. Hij wordt gevolgd door anderen, die via dat touw met hem zijn verbonden. De man die voorop gaat, de gids, kent het terrein. Hij weet precies waar hij gaan moet. Als hij boven is, knoopt hij dat touw aan een rotskegel. Hij heeft geconstateerd, dat die rotskegel niet kan meegeven aan het gewicht dat daaraan hangt. Die voorloper zit veel hoger dan al die anderen, die volgen en die ver omlaag langs die steilte hangen in dat touw. Hij overziet de route van de anderen en hij roept omlaag waar de gevaren zijn en wat ze doen en laten moeten. Er wordt geseind via het rukken aan dat touw. U begrijpt: hoe hoger, hoe dieper de afgronden, hoe duizelingwekkender.
Zonder dat touw is er geen houden aan. Wanneer je het alleen met je handen moet doen, is het onbegonnen werk. Een bergbeklimmer weet dat heel goed. Daarom wikkelt hij zich in dat touw. Dan valt hij niet te pletter. Al heeft hij nergens houvast, hij hangt in dat touw. Ook al heeft hij het doel nog niet bereikt en de afgrond onder zich, hij wordt toch gedragen… Want Christus is voorgegaan. Hij heeft het touw Boven ( met een hoofdletter!) vastgemaakt en wie zich aan Christus vasthoudt, aan de belovende God, die komt er.
Wat is dat touw dan? Dat mag duidelijk zijn: al de beloften van God in Christus Jezus. En die zijn betrouwbaar, omdat de Belover betrouwbaar is. En de touwen van Gods beloften zijn sterk. Zo hoog is Christus geklommen, dat Hij zondaren uit de diepste diepte ophaalt en brengt op de hoogste hoogte. Dat touw van de belofte vasthouden, dat is het geheim.”
Ds. H.J. van der Veen