Het zal wel niet zo’n vaart lopen . . .

‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem.’
Jesaja 53: 5b

Veel mensen zien God als een lieve opa, die verkeerde dingen van zijn kleinkinderen vergoelijkt en goedpraat. Met de Fransen zeggen ze van Hem: pardonner c’est son métier, vergeven is Zijn beroep! De Bijbel geeft glasheldere voorbeelden van personen die door de Heere gestraft worden. Ik noem u slechts het voorbeeld van David. Nadat David in zijn hoogmoed de volkstelling heeft gehouden, laat God hem uit drie straffen kiezen: honger, oorlog en pest. David beaamt het tegenover de Heere: ik heb gezondigd en daarom heb ik straf verdiend. Terwijl hij zijn schuld belijdt en zijn straf aanvaardt, zegt hij: ‘Laat mij vallen in de handen van de levende God. Ook al zijn het slaande en straffende handen, nochtans zijn het rechtvaardige handen. Het zijn immers de handen van mijn hemelse Vader.’ Niet alleen personen, maar ook volkeren worden vanwege hun zonden door de Heere gestraft. De inwoners van Sodom en Gomorra worden verdelgd, de Egyptenaren lijden onder de tien plagen, de Israëlieten zwerven veertig jaar door de woestijn en verblijven zeventig jaar in ballingschap. En ten tijde van Noach gaat de hele wereldbevolking in de zondvloed ten onder. Want God laat de zonde niet ongestraft! Straft de Heere ook ons vanwege onze zonde? In alle voorzichtigheid wil ik dit zeggen: God is terecht vertoornd over ons vanwege onze zonden, onze aangeboren zonde en onze zonden, die wij daadwerkelijk doen. Onderschat Gods diepe gekrenktheid vanwege het feit, dat wij de relatie met Hem verbroken hebben, niet! Vergeet bovendien niet, dat Gods heilige toorn de keerzijde is van Zijn vurige liefde. Wie Zijn opzoekende liefde versmaadt, die heeft Zijn vurige toorn te vrezen. God laat namelijk niet met Zich spotten: niet met Zijn liefde, maar evenmin met Zijn toorn.

Hoe bloedserieus de Heere de straf op de zonde neemt, blijkt overduidelijk op Golgotha. Daar wordt de hitte van Gods gramschap over Christus uitgestort. De toorn van God wordt over Hem uitgegoten. Want als er ooit iemand ongenadig is gestraft, dan is het Gods geliefde Zoon wel! Weet u waarom? Opdat het voor u, voor jou en voor mij toch nog voor eeuwig mee zal vallen. In Jesaja 53 staat: ‘Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld, de straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden.’ Wie in het geloof een blik op deze stervende Zaligmaker heeft geworpen,  zal nooit meer goedkoop zondigen. Wie ooit door het geloof deze stervende Zaligmaker heeft lief gekregen, zal nooit meer zeggen, dat God zijn zonde ongestraft laat.

H.J. van der Veen