Hoe dik is onze Bijbel?

En het gebeurde, zodra Jehudi drie of vier kolommen had voorgelezen, dat de koning ze met een schrijversmes afsneed en in het vuur wierp dat in het kolenbekken was, totdat heel  de rol verteerd was in het vuur dat in het kolenbekken was. (Jeremia 36: 23)

In Jeruzalem wordt veel uit de Bijbel gelezen. ’s Morgens leest Baruch de eerste twintig hoofdstukken van de profeet Jeremia voor op het tempelplein. In de loop van de dag vindt diezelfde schriftlezing plaats in de voltallige ministerraad. En aan het einde van de dag wordt opnieuw de Bijbel gelezen in het winterpaleis van koning Jojakim.

Koning Jojakim zit op de troon. In het midden van de zaal brandt een kolenvuur. Nadat Jehudi ongeveer 120 regels heeft gelezen, staat koning Jojakim op en grijpt het mes dat de staatssecretaris in zijn zak heeft. Met dat mes snijdt de koning een flink stuk van de boekrol af. En met een glashard gezicht werpt hij de eerste twee hoofdstukken in het vuur. Nadat Jehudi het derde en vierde hoofdstuk heeft voorgelezen, snijdt de koning opnieuw dat stuk van de boekrol af. En met een minzame glimlach werpt hij ook deze hoofdstukken in de vlammen.

Zou er in Den Haag ook drie keer per dag uit de Bijbel worden gelezen? Ik kan mij namelijk niet voorstellen dat premier Rutte en de ministers aan het begin van het kabinetsberaad samen een Bijbelstudie doen. En in het gebouw van de Tweede Kamer ligt dan misschien nog wel ergens een Bijbel, maar of het Woord van God werkelijk koninklijk gezag heeft, is zeer de vraag.

Wie de wetten die onze regering de afgelopen jaren heeft gemaakt, naast de Bijbel legt, komt spoedig tot de conclusie, dat er maar weinig wetten zijn, die de toets van de Schrift kunnen doorstaan. Bovendien scheppen bepaalde liberale partijen er zichtbaar vermaak in om door middel van wetgeving de laatste restjes van onze joods-christelijke samenleving op te ruimen. Zij voeren een ‘heilige’ oorlog tegen alles wat met God en Zijn dienst te maken heeft. En zo wordt het Woord van God stukje bij beetje in de vlammen van het moderne heidendom verbrand. In Den Haag houden zij op deze manier twee lege kaftjes over!

Maar voordat wij nu meewarig met ons hoofd gaan schudden, moeten wij onszelf eerst deze vraag stellen: welke hoofdstukken hebben wij stiekem uit de Bijbel gescheurd? Als christenen beschikken wij in de praktijk soms ook over een flinterdun Bijbeltje, terwijl wij met onze mond belijden de Bijbel te aanvaarden van kaft tot kaft.

O zeker, wij juichen het van harte toe, dat zondag aan zondag het Woord van God gepreekt wordt! Maar de vraag is: wat werkt die prediking in ons leven uit? Als de Bijbel ons oproept tot geloof en bekering, geven wij daaraan dan gehoor? Dringt Gods Woord wel echt door tot op de bodem van ons hart? En verandert Gods Woord ons leven helemaal? Daarom moeten wij de vraag eerlijk beantwoorden: Hoe dik is onze Bijbel?

H.J. van der Veen