Hulp is onderweg!

En gij zult Zijn naam noemen: JEZUS!
(Matthéüs 1: 21m)

Ik las ergens het volgende verhaal. Er was eens een eiland. Alle eilandbewoners waren afstammelingen van schipbreukelingen.
Maar de herinnering aan de schipbreuk was nog maar heel vaag.
De eilandbewoners waren voortdurend op een ontspannen manier met elkaar in gesprek. Op het eiland werden onderlinge ruzies en meningsverschillen direct uitgepraat. Je hoorde er nooit iemand zeggen: ze begrijpen mij gewoon niet. In de politiek werd heel eerlijk met elkaar omgegaan. Ze kwamen er altijd op een goede en positieve manier uit. De eilandbewoners hadden een bijzondere belangstelling voor de natuur.
Op zekere dag spoelde er een groene fles aan op het zand van het strand. Een eilandbewoner vond de fles en raapte hem op. Hij zag dat er een stukje papier in zat. Hij haalde het er uit en las: hulp onderweg! Vreemd, dacht hij bij zichzelf. Hij had er nooit bij stil gestaan dat hij hulp nodig zou kunnen hebben. Een paar weken later vond hij op hetzelfde stukje strand weer een groene fles. Opnieuw zat er briefje in. De boodschap luidde: hulp komt spoedig, verlies de moed niet! Dit kon geen toeval zijn. Hij vertelde het aan zijn vriend. Samen gingen ze naar het strand, op zoek naar flessen. Af en toe vonden ze er één. De ene boodschap nog absurder dan de andere: Hulp is gisteren vertrokken en Houd moed, er komt zeker hulp.
Het nieuwtje verspreidde zich over het eiland. Vooral op zondagmorgen waren er heel wat mensen op het strand in de hoop een groene fles met een berichtje te vinden. Soms gingen er weken voorbij, zonder dat er een fles gevonden werd. Dan weer spoelden er twee of drie flessen in korte tijd aan.
De meeste eilandbewoners konden niet goed volgen waar alle drukte over ging. Waarom ging iemand op een kille morgen naar het strand in de hoop een bericht te vinden dat toch nergens over ging? Toch waren er ook mensen, die op het strand bleven zoeken naar berichten van de overzijde.
Veel eilandbewoners haalden rond de Kerstdagen meewarig hun schouders op en zeiden: Hoe zo? Hulp nodig? Wij hebben toch alles wat ons hartje begeert. We gaan lekker eten. We genieten van een paar vrije dagen. Nou, wat willen wij dan nog meer….
Toch waren er ook andere eilandbewoners, die door het Kerstevangelie gingen nadenken over hun leven: zouden de gevolgen van die schipbreuk dan toch ernstiger zijn, dan wij denken? Zouden die haarscheurtjes in ons leven dan toch het gevolg zijn van die grote breuk, die in ons leven gekomen is? En zou er dan Iemand naar ons onderweg zijn om ons te redden?
…en zo, geliefde lezers, spoelt op het eiland, waarop wij leven, ook een groene fles aan. Het bevat een geheimzinnige boodschap: Hulp is onderweg!
Jezus komt! De Heere redt!

Ds. H. J. van der Veen