(Joh. 14: 18)
Sinds afgelopen zondag weten we dat dit niet zomaar een belofte was, waarvan je moest afvragen of deze wel ooit zou uitkomen. Op een geweldige en overtuigende wijze nam de Pinkstergeest de harten van wel duizenden mensen in bezit en stamelden omstanders vol verbazing: wat is hier aan de hand? Het existentiële leven van mensen stond onder druk en ze moesten het uitroepen: wat moeten wij doen? Nu ik twee duizend jaar later deze woorden opschrijf, denk ik bij mezelf: wat is er toch misgegaan in de loop van de tijd? Hoe komt het toch dat het enthousiasme (= het in de geest zijn) van toen nauwelijks meer te vinden is? Een paar weken terug preekte ik ‘s avonds voor 35 mensen in de kerk, en ik merkte aan mezelf dat het ook ten koste ging van mijn eigen “enthousiasme”. Pers en media doen meewarig als het over de kerk gaat: ze speelt geen rol meer in de maatschappij. Cijfermatig gezien is de kerk over niet al te lange termijn verdwenen en de enige vraag die je moet stellen is: wat doen we dan met de nog bestaande restanten van het christendom zoals kerkgebouwen. Een stad als Leeuwarden sluit vier van de zes kerkgebouwen. Het is toch om moedeloos van te worden?! Ik zal u niet als wezen achterlaten, en dat is een waarheid gebleken. Maar soms heb je het gevoel het toch zonder God, zonder Jezus en zonder de Geest te moeten stellen. Om mezelf en hopelijk ook de lezer te bemoedigen heb ik nog eens precies gekeken wat er gebeurde in die ene week dat Jezus was opgevaren en de Heilige Geest nog niet was uitgestort. En dan vallen een paar dingen op, zoals:
1.er wordt volhardend en eendrachtig gebeden
2.de samenkomst van mannen en vrouwen groeit indie ene week uit van 12 naar 120!
3.de ambten worden opgevuld
4.fervente tegenstanders worden voorstanders(o.a. Jacobus, de broer vanJezus) en
5.de schriftkennis van de discipelen neemt indrukwekkend toe.
De vraag blijft hangen: wat is er toch misgegaan? Want als dit al gebeurt in de wezentijd, wat kan er dan al niet gebeuren in de tijd na Pinksteren? Er wordt gelukkig veel gebeden, maar voldoet het aan de gestelde criteria: volhardend en eendrachtig? Elke week verlaten duizenden de kerk: geen interesse! In bijna elke gemeente waar ik preek moet voorbede gedaan worden voor de vervulling van de ambten, soms maandenlang. Komt het nog voor dat de kerk ineens wordt versterkt door iemand die op gezaghebbende wijze de kerk verdedigt? En tenslotte gaat er geen kerkenraadsvergadering voorbij of er wordt geklaagd over de afnemende kennis van het geloof en de bijbel. Opnieuw de vraag: hoe heeft het zover kunnen komen? Eerlijk gezegd weet ik het ook niet. Misschien hebben we te weinig oog voor het wereldwijde aspect van de kerk: Afrika, Korea en China, allemaal gebieden waar de kerk enorm groeit. Misschien moeten we de betekenis leren van begrippen als: Mijn genade is u genoeg, of: Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Misschien moeten we ook meer aansluiten bij de woorden van Paus Johannes de 23e, die nadat hij moe geworden was van alles wat in die grote kerk wereldwijd plaats vindt, de historische woorden uitsprak: Here God, ik ga nu slapen want het is Uw kerk!
PS. Wordt vervolgd a.s. zondag Maranathakerk 9.30 uur.
Ad den Besten