In elk opzicht op de proef gesteld

‘Want de hogepriester die wij hebben, is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde. Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden’ (Hebreeën 4: 15 en 16 – NBV)

Het valt op dat alle drie synoptische evangeliën het ambtswerk van Jezus Christus laten beginnen met de ‘verzoekingen in de woestijn’. In deze meditatie volgen we de geschiedenis, zoals deze beschreven is door Matteüs. 40 dagen en nachten brengt Jezus in de woestijn door zonder eten en drinken, zodat er grote honger bij hem is. En juist op zo’n moment, wanneer de fysieke verleiding het grootst is, zoekt de duivel hem op. ‘Als u de zoon van God bent, zeg dan tegen deze stenen dat zij broden worden’. Onmiddellijk een zware aanval op de lichamelijke conditie, maar vooral ook op Jezus’ identiteit. Namelijk dat hij het Zoonschap van de Vader bekleedt. Daar staat of valt het hele heilswerk van Christus mee. De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God!

De tweede aanval is er een die zich meer richt op de identiteit van Jezus en de woorden die hij uitsprak tegenover zijn ouders: jullie weten toch dat ik bezig moet zijn in het huis van mijn Vader. De duivel neemt hem mee naar het hoogste punt van de tempel en citeert uit de schriften psalm 91, om Jezus als het ware voor te zijn: de engelen zullen je op handen dragen, zodat je de voet niet aan een steen zal stoten. Bovendien: als je de Zoon bent, is dit een mooi moment om het waar te maken! Maar Jezus pareert: Stel de Heer uw God niet op de proef.

De derde poging is er een van een trumpiaans kaliber. Hij neemt Jezus mee naar een zeer hoge berg en doet geen poging meer om met een citaat uit de schrift Jezus over te halen. Onverbloemd en keihard stelt hij zich voor als de ‘overste van deze wereld’, maar biedt Jezus zijn koninkrijk aan onder slechts één voorwaarde: dit alles geef ik je als je voor mij neervalt en mij aanbidt. Voor dat moment is het genoeg en Jezus stuurt hem weg met de woorden: aanbidt de Heer, uw God, vereer Hem alleen!

Daarmee neemt Jezus het heft in handen en laat zien wie uiteindelijk overwint en daarmee ons als mensen in het begin van het nieuwe jaar een ongelooflijk hart onder de riem steekt. Voor welke uitdagingen en beproevingen we ook komen te staan: we hebben een hogepriester die met onze zwakheden kan meevoelen, omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet in zonde vervallen is. En daarom mogen we zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.

Alleen zo houden we het dit nieuwe jaar uit!