Jezus aan de oever

Johannes 21: 1-4

Johannes vertelt van een derde verschijning van de Here Jezus na Zijn opstanding
aan Zijn discipelen. Niet aan elf, maar aan zeven van hen. Ze hebben dit met elkaar
gemeenschappelijk, dat ze in meerdere opzichten last hebben van “uitzichtloosheid”.
Allereerst wat de visserij betreft. Ze waren de hele nacht aan het vissen geweest,
maar ze hadden niets gevangen. En dat, terwijl de kapitein van het schip een beroepsvisser
is: Petrus! Hij was het geweest, die had voorgesteld: “Ik ga vissen” en de anderen
hadden in koor geroepen: “Wij gaan met je mee!”. Maar het resultaat is nihil. Misschien waren de anderen na deze nacht niet zo positief meer over zijn vakmanschap
en ook Petrus zelf zal het niets gevangen hebben als gezichtsverlies hebben ervaren.
Bovendien: het was zijn plan geweest om te gaan vissen. Ze zien ook niets meer
– letterlijk niet – want het kleinste visje halen ze nog niet boven water. Terwijl het
– dat zal later blijken – wemelt van de grote vissen. Straks halen ze in een keer 153 grote
vissen op. Maar voor dit moment is er niets dat lukt. Alles breekt ze bij de handen af.
En waar ze helemaal geen oog meer voor hebben is het wonder van de opstanding
van hun Meester, nog maar kort daarvoor, op Pasen. De Meester, die nota bene
al twee keer eerder verschenen was in de kring van Zijn discipelen. Zich had geopenbaard!
Terwijl ze aan het vissen zijn, is het alsof er niets is gebeurd. Het heeft ze blijkbaar
niets gezegd, en het zegt ze momenteel zeker niets. Ze praten er niet over, wel over
het vissen en dat ze niets vangen. Ze zijn er niet op uit getrokken om de wereld te
boodschappen, dat de Here leeft. Nee, in plaats daarvan zitten ze met elkaar een nacht
te vissen. Als een uitgeblust stelletje doorwaken ze de nacht zonder iets te vangen.
Uitzichtloosheid is het wat hen verenigt. Donker is het in hun hart! Maar dan komt
er Licht in hun duisternis! Jezus staat op de oever, hoewel ook in Hem – Zijn gestalte –
zien ze niets. Hoogst merkwaardig, Hij is slechts tweehonderd el bij hen vandaan,
een 90 meter, en hoewel ze jaren met Hem opgetrokken zijn, herkennen ze Hem niet!
In die gestalte, die daar die morgen langs de oever staat, herkennen ze de Here niet!
Maar – en dat is evangelie – Jezus ziet hen wel! Jezus heeft zicht op uitzichtloze
mensen! Hij kent hen wel en Hij komt op hen toe! Het komt zoals altijd weer van
Eén kant: de Zijne! Zo is de Here Jezus! Hij zoekt ons op, Hij ziet ons, Hij komt op ons
toe, al is het donker in onze ziel, al herkennen wij Hem niet als de Levende! Hij openbaart
Zich altijd weer opnieuw! Door Zijn Woord en door Zijn Geest aan mensen zonder
hoop, zonder uitzicht! Want Hij is immers gisteren en heden Dezelfde, tot in eeuwigheid.

Ds. J.F. Tanghé