Jezus in het oog

Lezen: Markus 1: 29-39

Onlangs zijn er ambtsdragers (her-)bevestigd. Op verschillende manieren kunnen ze worden toegerust, bijvoorbeeld door speciale avonden. Misschien wordt de beste toerusting wel ontvangen door de Heere Jezus in de evangeliën te volgen op Zijn weg en daarbij goed te letten op Hem, op wat Hij zegt en doet. Hij is de grote Leermeester. Niet alleen voor ambtsdragers. We letten op een klein stukje van Jezus’ weg in Markus 1.

Na afloop van een dienst in de synagoge gaat Jezus naar het huis van Petrus (Markus 1: 29). Jezus is Gods Zoon maar voelt zich niet verheven boven gewone mensen. Hij zoekt hen op. Hij komt daar waar zij wonen en leven. Dat betekent veel voor hen die opgezocht worden. Wanneer je een ander in Jezus’ Naam opzoekt, heeft dat grotere waarde dan je zelf vaak doorhebt. Er licht iets van Jezus in je op, zelfs zonder dat je iets zegt of doet. Ondertussen mag je veel van God verwachten. Want wie stuurt je er op uit? Christus Die bewogen is met mensen in nood zoals blijkt in Markus 1. De schoonmoeder van Petrus is hevig ziek. Wat doet Jezus? En Hij ging naar haar toe, pakte haar hand en richtte haar op en meteen verliet de koorts haar; en zij diende hen (vs. 31). Vergis je niet in Jezus’ bewogenheid, macht en gezag. Wat Jezus heeft gedaan, gaat als een lopend vuurtje door Kapernaüm. Men brengt bij Hem allen die er slecht aan toe waren en hen die door demonen bezeten waren. En Hij geneest er velen (vs. 32-34). Jezus doet wonderen op allerlei terrein. Jezus’ woord is met macht. Er zijn voor Hem geen hopeloze gevallen. Wat een bemoediging voor eenieder die geroepen wordt om te strijden in het leger van Koning Jezus. De volgende morgen staat Jezus heel vroeg op om op een eenzame plaats te bidden (vs. 35). Hij kan blijkbaar alleen vanuit de gemeenschap met Zijn Vader Zijn opdracht vervullen. Als het voor Jezus geldt, dan zeker niet minder voor ons. De discipelen worden wakker en gaan Jezus zoeken. Hoe komt Hij erbij om afwezig te zijn? Álle mensen zoeken Hem (vs. 36, 37)! De discipelen denken vanuit de verlangens en wensen van mensen. Daar begint Jezus niet. Hij is heilig onafhankelijk. Hij is gericht op Zijn opdracht, Zijn missie: Hij moet in heel Galilea prediken dat Gods koninkrijk in Hem nabij is gekomen (vs. 38,39). Je kunt als ambtsdrager of in ander gemeentewerk je missie uit het oog verliezen door bepaalde situaties al je energie en tijd te geven. Maar wat is je missie? Het is zinvol op zijn tijd biddend de dingen op een rij te zetten. Waar ben ik mee bezig? Waar ben ik toe geroepen? Strategie is in het Koninkrijk van God geen verkeerd woord. Als het maar gevuld wordt door de opdracht van de grote Koning. Levendig schildert de evangelist Markus wat hij bij en rondom Jezus ziet gebeuren. Het eerste en belangrijkste is: heb je met de evangelist oog en hart gekregen voor Jezus? De Geest is uitgestort om Jezus voor ons tot een levende werkelijkheid te maken!

Ds. S.J. Verheij