Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of zwaard?
Gescheiden van de liefde van Christus?
Dat nooit! Dat zal nooit gebeuren zo lezen wij in het 8e hoofdstuk van Romeinen. Nooit gescheiden van de liefde maar juist altijd en eeuwig verbonden aan de liefde van Christus. Dat is het lied van de overwinnaar. Winnaar en overwinnaar door Christus die ons lief heef t.
Het is niet voor te stellen voor de overwinnaar dat hij na de wedstrijd als nog zal verliezen. Hij mag weten in Christus geborgen te zijn. En dat voor altijd. Het lied wordt een zegelied, een overwinningslied genoemd. Als aan het eind van een wedstrijd de winnaar naar voren komt om zijn prijs in ontvangst te nemen of om de pers te woord te staan, horen we niet vaak dat de overwinning te danken is aan een ander. Nee op eigen kracht, met toewijding en eigen inspanning heeft hij de overwinning behaald. De winnaar staat centraal.
In dit lied is het anders. In dit lied is er Iemand die de overwinning geeft. Hij geeft de overwinning aan degenen die Hij liefheeft. Hij heeft lief en dat voor altijd. Daar komt geen einde aan. Daar word je nooit van gescheiden.
Wat is de liefde van Christus dan? Dat Hij voor ons gestorven is, dat Hij voor ons opgestaan is, en dat Hij nu bidt, staande aan Gods rechterhand. Daardoor worden we ook niet gescheiden van de liefde Gods. Door Christus komen we tot de Vader. In Christus liefde geborgen betekent dat we ook telkens weer vernieuwd worden. Dat we, elke keer als we vallen, weer op mogen staan. Dat Hij ons opraapt. Dat hebben we nodig omdat we vaak ons eigen weg inslaan. Dat hebben we nodig omdat we Hem zo vaak vergeten. Christus wil ons dan weer de weg wijzen. Hij wil ons bij zich hebben zodat Hij ons kan brengen tot de Vader Zodat Hij ons kan laten groeien. Zodat we voor het eerst of opnieuw God werkelijk de eer kunnen geven met ons leven en het onderhouden van Zijn geboden.
Dan gaan we de liefde ook doorgeven. Dan kunnen anderen aan ons merken dat we niet op ons zelf uit zijn maar op de eer van Zijn Naam. Christus is onze voorbidder en leert ons ook dat we voorbede mogen doen. We kunnen dan ook onvoorwaardelijk onze naaste liefhebben, er zijn voor elkaar en elkaar wijzen op Christus. Doen we dat? Zeggen we tegen de mensen die we liefhebben ook hoe ze werkelijk gelukkig kunnen worden?
Gescheiden van de liefde van Christus? Dat nooit! Maar als het leven tegen zit? Als we te maken krijgen met rouw, met ruzie, met ziekte of met tegenslag op het werk? Wat zal het nieuwe jaar ons van dit alles brengen. En blijft de liefde van Christus dan?
Het zegelied zingt verder. In dit alles zijn we meer dan overwinnaars. Wat is de schrijver van dit lied toch vol van zijn Heiland. Want ik ben verzekerd dat nog dood noch leven, noch engelen nog overheden noch machten noch tegenwoordige- noch toekomende dingen ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods welke is in Christus Jezus, onze Heere.
Zo komt er, ondanks de moeite in dit leven, blijdschap in ons hart. Habakuk zegt het ons: zo zal ik nochtans in Hem van vreugde opspringen. Ja de liefde, de trouw en de genade van Christus is onze vreugde en ons verblijden!
Jezus, mijn verblijden,
voor mijn hart de weide,
waar het vrede vindt,
‘t hart dat in verlangen
naar U is bevangen,
dat U zo bemint.
Lam, o kom, mijn Bruidegom.
Buiten U is niets op aarde
Zo beminnenswaardig.
J. W Westland