Jozef

‘ . . . Jozef, die een rechtschapen mens was,
wilde haar niet in opspraak brengen . . .’
(Matteüs 1: 19)

Hij staat niet zo vaak in de schijnwerpers: Jozef. Dat is anders met zijn vrouw, Maria, de moeder van Jezus. Voor haar zijn in de loop van de geschiedenis standbeelden opgericht en liederen gezongen. Maria staat voldoende in de belangstelling, hoewel er altijd mensen zijn, die vinden, dat het nog méér kan. Maar wie is Jozef eigenlijk? Wat is zijn rol in de wording van Christus Jezus?

In het eerste hoofdstuk van het Matteüs-evangelie wordt de afkomst van Jozef uitgebreid verteld. In kerk- en kindernevendienst belichtten we vooral de vrouwen in deze stamboom. De voorouders van Jozef hebben generaties lang verlangend uitgezien naar de komst van de Messias. De belofte van de komende Messias was gegeven en generaties hebben er naar uitgezien. De donkere kanten, de zwarte bladzijden, in het voorgeslacht van Jozef schreeuwden om een Verlosser. Zo zijn wij ook product van ons voorgeslacht, erfelijk belast en schreeuwt ook onze persoonlijke geschiedenis om verlossing en bevrijding.

Jozef staat bekend als een rechtvaardige. Rechtvaardigheid of rechtschapenheid is een karaktertrek, die we bij sommige mensen in de Bijbel tegenkomen. Noach is een voorbeeld van een rechtvaardige. En ook Job is een rechtvaardige. De psalmen bezingen de tijd, dat de aarde bevolkt zal worden door de rechtvaardigen. In het Lucas-evangelie wordt het van Zacharias en Elisabeth gezegd, dat zij beiden rechtvaardig waren. En Jezus zal straks in de bergrede uitspreken, dat degenen, die de gerechtigheid najagen, zalig, gelukkig zijn. Rechtvaardigheid betekent niet, dat mensen zonder enige zonde of zonder enig tekort zijn. Geen van de genoemde mensen is zonder enige zonde. Rechtvaardigheid betekent, dat men in de goede, rechte verhouding staat tot andere mensen en tot God. Als rechtvaardige zoek je naar Gods weg en Gods plannen met je leven. Jozef wordt dus zo’n rechtschapen mens, zo’n rechtvaardige genoemd.

Jozef komt in een moeilijke positie terecht. Wanneer Jozef is uitgehuwelijkt aan Maria, merkt hij dat zij zwanger is. Dan speelt Jozef een cruciale rol. Want als hij echt rechtvaardig is, dan moet hij nu zijn vrouw Maria aan de schandpaal nagelen, wat de doodstraf betekent voor Maria en het kind! Dat doet Jozef niet. Hij overweegt om haar in het geheim te verstoten, Maria weg te zenden en dan zelf te vertrekken. Daarmee zou hij zichzelf benadelen. Jozef is zo rechtschapen, dat hij kiest voor Maria en het kind. Door tussenkomst van Gods bode blijft Jozef uiteindelijk bij Maria. Zo kan het kind, dat Maria draagt, worden geboren in het huis van David.

Wanneer Jezus geboren is, zal Jozef nog een belangrijke taak op zich nemen. De geboorte van Jezus wordt in het Matteüs-evangelie slechts in een bijzin genoemd. Het gaat de evangelist om het uitroepen van de naam van Jezus. Nadat hij eerst een lange rij namen heeft opgesomd en een moment heeft stilgestaan bij Jozef, klinkt nu luid en duidelijk de naam Jezus. ‘Hij gaf hem de naam Jezus.’ Deze naam klinkt als de Naam boven alle namen. Met deze naam is het voorgeslacht van Jozef tot zijn bestemming gekomen.

Ook al was Jozef een rechtschapen mens, ook hij wachtte op de komst van Jezus, de Rechtvaardige. Doordat Jezus als werkelijk rechtschapen Mens is gekomen, kunnen ook wij gerechtvaardigd worden. Want zijn Naam is ook voor ons de Naam boven alle namen. Zijn Naam brengt ook ons op onze uiteindelijke bestemming.

J.W. Sparreboom