Karaktervorming

‘…en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken.’
Efeze 4: 23

Op de gemeenteavond van 3 oktober 2017 sprak dr. W. Dekker over het thema ‘Christen zijn vandaag.’

Tijdens de lezing maakte hij de praktische toespitsing naar aanleiding van de woorden uit Kolossenzen 3: 8-10:

‘Maar nu, legt ook u dit alles af, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, en schandelijke taal uit uw mond. Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.’

In dat verband verwees hij naar een lezing van Prof. Dr. H. Paul over ‘karaktervorming.’

Ik heb die lezing op het internet opgezocht en ik heb daar een gedeelte uit overgenomen:

‘Er zijn massa’s boeken waarin mensen worden gestimuleerd om hun leven te veranderen.

Allerwegen roept men uit: stóp met het najagen van sex, geld en macht. Wij moeten, zo vinden velen, in ons gedrag God laten zien. Dát is pas goed leven.

Natuurlijk is het goed om echt christelijk te leven. Wie zal daar een kwaad woord van zeggen?

Maar het lijkt mij dat wij de wijze lessen uit de Dordtse Leerregels niet moeten vergeten: de wedergeboorte is niets minder dan een bovennatuurlijke herschepping, een recreatie.’

Daardoor worden allen bij wie God op deze bewonderens-waardige wijze in het hart werkt, volstrekt zeker en met kracht wedergeboren en gaan zij metterdaad geloven.

En wanneer de wil vernieuwd is, wordt hij niet alleen door God geleid en bewogen; maar door God in beweging gebracht, werkt hij ook zelf.’ De Here geeft het geloof, en vervolgens gaan wij ook zélf in dienst van Hem leven.

Vormt de kerk ons karakter?

Persoonlijk vind ik dat die kerkelijke karaktervorming verwar-ring in de hand werkt. Want die term suggereert dat kerkmensen veel werk moeten maken van een grote gedrags-verandering. Het lijkt wel alsof ménsenwerk centraal staat.

En dat is beslist niet waar. Als de Heilige Geest Zijn energieke arbeid aanvat, gaan Gods kinderen zich bekeren. Dat is ongelooflijk. Maar het is zeker geloofwaardig!’

H.J. van der Veen