Sta mijn ouders trouw terzij;
wees mijn vriendjes ook nabij;|
geef mijn meesters nieuwe kracht
door de rust van deze nacht.
Dit is het derde couplet van het kindergebed voor het slapen gaan. De meeste van de lezers van het Kerkblad hebben het vanaf hun kindertijd gehoord, geoefend en gebeden.
In de eerste plaats bidden we of de Heer de wacht over ons leven wil houden als we gaan slapen. Vervolgens vragen we Hem of Hij onze schuld wil vergeven. Niets van de bijna afgeronde dag mag ons immers in de toekomst opbreken. Maar we beseffen wel dat echt bidden niet alleen op onszelf betrekking mag hebben. Ook anderen komen in het vizier. De voorbede is een essentieel onderdeel van ons gebed.
We leren bidden voor onze ouders. Dat zijn geen perfecte mensen. Naar het gebod van de Heer moeten we ze eren. Ze verdienen respect. Ze mogen op zorg rekenen. Ze zijn niet volmaakt. In de Heidelbergse Catechismus wordt er bij de uitleg van het vijfde gebod specifiek op gewezen dat we met de tekorten en beperkingen van onze ouders geduld moeten hebben. Dat hebben we niet zomaar. Daarom moeten we bidden. Als vader en moeder hun kinderen dit avondgebed leren, tonen ze impliciet ook hun eigen kwetsbaarheid. Toch? Praat hierover eens met jullie kinderen.
In deze weken kunnen de kinderen niet naar school. Ook de voor-, tussen-, na-, en buitenschoolse opvang is voor velen niet toegankelijk. Kinderen missen hun vriendjes en vriendinnetjes. Eerst is het misschien wel even leuk niet naar school te gaan. Maar thuislessen van papa en mama heeft toch iets in zich van behelpen. Je denkt aan je vriendjes. Nu mag je ook voor ze bidden. Dat de Here God bij hen zal zijn.
Als je ouder geworden bent, mis je nu misschien ook wel mensen met wie je normaal heel vaak omgaat. Je kon ze met Pasen niet bezoeken. Visite ontvangen ging ook al niet. Bij de ouderen in de verzorgings-, verpleeg- en ziekenhuizen kon je niet even aanlopen. En ook bij thuiswonende ouderen en kwetsbaren is het oppassen geblazen. Maar je hebt gelukkig al vroeg geleerd voor ze te bidden. Vergeet dit dan ook niet, als je vanavond naar bed gaat.
Ten slotte leert het kind bidden voor de meesters. Daar voeg ik direct de juffen maar aan toe. Die zijn tegenwoordig ver in de meerderheid tenslotte. Ze hebben het zwaar. Normaal al. Maar zeker nu ze allerlei nieuwe vaardigheden moeten leren voor digitaal onderwijs.
Toch gaat het om meer mensen dan die werkzaam zijn in het onderwijs. De ‘meesters’ zijn ook de werkgevers bijvoorbeeld. Maar we kunnen hiernaast denken aan de bewindspersonen op wie in deze tijd zo’n grote verantwoordelijkheid rust. Onderzoekers en adviseurs kunnen heel goed de voorlichting door de Heer gebruiken. En wat dacht je van een goede nacht- of dagrust voor allen die in de zorg werken? Vergeet alsjeblieft de kerkenraden niet. Ambtsdragers proberen in deze bijzondere tijd hun ambtelijke taken te vervullen. En dat is best zwaar.
Wat ben ik blij van jongsaf bidden geleerd te hebben. Leer het ook aan het komende geslacht. En vooral: breng zelf het geleerde in praktijk.