Genesis 13: 9
Ook zo benieuwd naar wat het gaat worden? Gaat de toekomst over links of over rechts?
Wat is het meest aantrekkelijk? Beste Lot. Ga je links of ga je rechts? Dat is wel het moment om even bij de les te zijn. Er valt wat te kiezen! Hij ziet het ook wel zo’n beetje voor zich. De verschillen zijn enorm. Gaat hij naar rechts, naar het oosten, dan heeft dat veruit de beste papieren. Een betoverend landschap ontrolt zich voor zijn ogen. Wat gaaf! Dat andere deel, ach dat kun je beter links laten liggen. Die kale bergen, wat moet je daar nu mee? Daar lopen zijn schapen niet warm voor. Dat ziet er zó verwaarloosd uit. De aanleiding voor de vraag van Abram over links of rechts, is ook al even simpel. Teveel heethoofden op een kluitje. Gebakkelei op de werkvloer, een ordinaire ruzie over ruimte. Bonje in de tent. Herders van Abram en Lot die elkaar de tent uitvechten. Als je zo’n moment voor je kiezen krijgt, dan kun je maar het beste uiteen gaan: ‘Als jij nu links gaat Lot, dan sla ik rechtsaf, ga jij rechts, dan ga ik links! Laat het mij maar weten Lot!’ Heel apart! Een beetje polderen om het conflict op te lossen, is er niet bij! Maar merkwaardiger is nog wel het royale gebaar waarmee Abram het land verdeeld. Als een échte gentleman maakt hij een genereus gebaar richting Lot: zeg het maar beste neef! Abram bezit nog geen snipper groen, hij kan nog geen centimeter land opeisen, maar hij gedraagt zich al als een soort grootgrondbezitter. Het is trouwens ook wel makkelijk: spullen uitdelen van een ander! Wie heeft daar nu moeite mee?
Maar wat het meest verbaasd is toch wel dat Abram als drager van de belofte van God, de eerste keus aan Lot laat. Hij zet daar toch maar even mooi het beloofde land op het spel! Stel je voor dat Lot een andere keus maakt, dan zat Abram mooi met de gebakken peren. Dan zat hij met dat goddeloze Sodom en Gomorra opgescheept. Maar kennelijk wil hij geen enkele aanspraak maken op een vierkante meter grond. Hoe is dat te verklaren? Laten we een poging doen. Als Lot kiest, doet hij dat met open ogen (vers 10). Zijn keus werd bepaald door wat hij zelf zag. Hij zag een paradijs om van te watertanden. Zijn keus is snel gemaakt. Hij kiest ook voor zichzelf. Oké, je neemt het op de koop toe, er is de corrupte en zwoele sfeer van Sodom en Gomorra.
Maar een kniesoor die daar op let. Hij zal wel afstand nemen van deze goddeloze steden. Hij slaat – heel handig – zijn tenten op tot bij Sodom (vers 12). Niet in Sodom, hij kijkt wel uit!
Abram daarentegen kiest met gesloten ogen, zodat God tegen hem moet zeggen: sla toch uw ogen op, en zie (vers 14). Dat is het verschil. Abram, misschien wel schuldbewust met neergeslagen ogen, heeft vertrouwen in God. Hij verlaat zich geheel op God.
De rest is bijzaak. Voor ons een wijze les om niet af te gaan op wat we allemaal zien, maar te vertrouwen op God dat Hij Zijn beloften waar maakt. Beloften die we ook delen, misschien wel met buren die we liever zien gaan dan komen. Het Evangelie is er niet alleen voor jezelf. Gezegend ben je als God je dat ingeeft.
Theo den Braanker