Loofhuttenfeest

Israël viert deze dagen Loofhuttenfeest, Soekot. Overal zijn loofhutten gebouwd, je kunt er zelfs één maken op je balkon.

Van oorsprong is het een oogstfeest. De druiven worden geoogst. Zo zal er het hele jaar door wijn zijn die het hart verheugt. De dadels worden van de palmbomen gehaald, de sinaasappels geplukt, het graan geoogst. Met Soekot uit Israël zijn dankbaarheid vreugdevol, omdat de HEER het bestaan onderhoudt. Een soort dankweek voor gewas.

Soekot herinnert ook aan de woestijn. Na de uittocht uit Egypte was er de Sinaïwoestijn. Problemen te over: gebrek aan water en eten. En hoe vind je de weg door het leven? Een drama. De dood wenkt ieder uur.

Israël viert dat de HEER in Mara zoet water gaf. Uit de hemel regende manna. Kwakkels gaven hun vlees. Een veilig geleide door wolkkolom en vuurkolom. Wat een zegen.

Juist in de primitiviteit en de onbeschermdheid van de loofhut uit Israël zijn afhankelijkheid van de HEER. Gods volk belijdt: als je afhankelijk bent, ben je goed af, want afhankelijkheid van de HERE is een zegen.

Juist op Soekot heeft Salomo de tempel ingewijd (1 Koningen 8). Dan gedenkt Israël dat de HEER zijn tent onder de mensen heeft opgeslagen. De HEER wil onder mensen wonen en zo beste bescherming bieden die zich laat denken.

Tijdens het Loofhuttenfeest werden maar liefst zeventig stieren geslacht. Waarom zeventig? Omdat dit het getal van de volken is, die zich na de zondvloed over de aardbodem verspreid hebben (Genesis 10: 32). Naar de profetische belofte van Zacharia (14: 16) zullen eens de overgeblevenen van de volken optrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Heer van de hemelse machten. Samen vieren we dan het Loofhuttenfeest.

De Here Jezus heeft uiteraard Loofhuttenfeest gevierd. In zijn tijd jubelde het volk bij het licht van een aantal enorme gouden kandelaars op het tempelplein. Een gejuich barst los als water gebracht wordt uit de bron van Siloam.

Aan het eind van een van de keren dat Jezus Loofhuttenfeest viert, neemt Hij het woord. Het echte, waarachtige Licht dat Israël verlicht, de hele wereld verlicht, ieder mens verlicht, ‘ben Ik’ zegt Jezus. Ik breng licht in het bestaan van de vrouw die veroordeeld wordt vanwege overspel (Johannes 8: 1-11). Ik breng licht in het bestaan van de man die blindgeboren is (Johannes 9: 4-5). Jezus brengt licht in het persoonlijk leven van mensen. Jezus brengt licht aan de wereld. Zo wordt de duisternis verdreven van de dreunende schoenen, de stampende laarzen, de handen met bloed bekleefd, de mantels in bloed gedrenkt (Jesaja 9: 1-4) en de persoonlijke lichamelijke, psychische, pastorale nood die daarvan het gevolg is.

Dan komt het advies dat Jezus eens, juist op het Loofhuttenfeest gaf, goed van pas: Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, riep Jezus: ‘Laat wie dorst heeft, bij Mij komen en drinken! ‘Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft’, zo zegt de Schrift.’ Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden, zouden ontvangen (Johannes 7: 37-39).

Willen wij delen in de vreugde van Israël zoals die juist op het Loofhuttenfeest gestalte krijgt, dan moeten we op Jezus vertrouwen, in Hem geloven. Dan zullen we, door de Geest, de goddelijke tegenwoordigheid op aarde, met vreugde kunnen voortgaan.

G.J. Mink