De rechtvaardige zal uit geloof leven
Romeinen 1:17
Afgelopen week zag ik de plaatsen waar Luther leefde en werkte. Het ligt allemaal dicht bij elkaar: Eisenach, Erfurth, de burcht Wartburg. Zo’n zeshonderd kilometer hier vandaan. Een aanrader voor een vakantie of een reis.
Het is een gebied dat tot 1989 in de voormalige DDR lag. Het is nog goed te zien hoe troosteloos de flatgebouwen waren. Maar ik verbaasde me ook over de grandeur van de oude binnensteden. Wat een geweldige gevels en monumentale gebouwen. Wat een kerken en klooster. Er kwamen grootse namen voorbij.
Bach speelde er orgels.
Goethe is nog tegenwoordig in standbeelden.
Schiller schreef er zijn gedichten.
Maar ook Buchenwald is vlakbij. Tienduizenden mensen werden er omgebracht in de periode 1940-1945.
Heftige contrasten. Wat zullen wij van deze dingen zeggen? God moet ons vasthouden. Anders gaan we ten onder. Cultuur kan een zegen zijn, maar ook een valse bescherming. Het Woord is ons kompas. Toch altijd weer.
In de Wartburg heeft Luther in grote eenzaamheid en afzondering het evangelie vertaald uit het grieks in de volkstaal. In 1512 was hij doctor in de Theologie geworden en legde hij de eed af trouw en zuiver te prediken. Die eed is hem tot zegen geworden. Hij heeft zich er altijd aan vastgehouden. Tot zijn eigen diepe verwondering mocht hij, in Gods Naam, het licht van de genade weer opnieuw ontdekken. En dat licht moest schijnen voor ieder mens in de eigen taal. Juist de Psalmen en vooral de Romeinenbrief hebben hem geholpen de weg te vinden en te gaan.
Hervormingsdag mag ons lief zijn. Hervormingsdag mag nodig zijn. In een tijd waar ons germaanse oergevoel weer meer en meer zichtbaar wordt. Zelfs beleden. Nee… dan de genade Gods. Rijk en vrij. Kostbaar. Hemels. Een vaste burcht is onze God. Een toevlucht. In heel zijn werk laat Luther zien dat hij Christus gericht is. De mens is tegelijk zondaar en gerechtvaardigde. De mens staat in twee rijken, in het geestelijk rijk van het Evangelie en in het wereldlijke. De christen ontwijkt de samenleving niet, maar kan haar ook niet kerstenen. Ook de gelovige draagt het kruis in de wereld. Hij/zij zal er nooit echt thuis zijn. Thuis zijn we bij God. Een vaste burcht is onze God. Een toevlucht.
Soli Deo Gloria.
Soli Deo Gratia.
Ook voor mensen… als Luther… als u en ik.
Uit geloof leven.
In geloof leven.
ds. A.H. Groen