‘Haal Markus op en breng hem met u mee, want hij is voor mij van veel nut voor de ambtelijke bediening’ (2 Timotheüs 4: 11).
Wie is Markus?
Om maar meteen verwarring te voorkomen, Markus is geen discipel. Hij is de schrijver van het kortste evangelie ‘Markus’. Hij ging om met de apostelen. Hij trok eropuit voor het Koninkrijk. Maar hij behoorde niet tot de kring van de twaalf. Deze meditatie geeft mooi de gelegenheid om de aandacht eens te richten op een niet-discipel.
Zijn moeder
Veel lezen we niet over Markus. Iets komen we te weten in Handelingen 13. Daar staat de zin: ‘…hij ging naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die ook Markus genoemd werd’.
Het gaat hier over Petrus. Hij is gevangen genomen en wordt op spectaculaire wijze bevrijd door een engel. Via de poort brengt de engel Petrus naar buiten en verdwijnt dan. Maar Petrus lijkt dat bijna niet op te merken, want hij haast zich naar één adres: het huis van Markus en zijn moeder. Het personeelslid (blijkbaar geen onbemiddelde familie!) Rhodé doet van schrik niet open, maar even later kan Petrus toch naar binnen. Daar zal hij zijn verhaal in geuren en kleuren gedaan hebben.
En Markus luistert. Luistert en schrijft.
Zijn ruzie
En dan! Dan is daar een ruzie. Sterker nog, dé ruzie van het Nieuwe Testament.
Het speelt zich af tussen Barnabas en Paulus. En het onderwerp? Markus.
Paulus wil op een gegeven moment verder trekken en oude gemeenten opzoeken.
Zijn metgezel Barnabas stelt voor om Markus mee te nemen. Maar Paulus weigert beslist. ‘Markus heeft ons eerder in Pamfylië in de steek gelaten, nu hoeft hij ook niet mee!’ Barnabas wil echter wel dat Markus mee gaat. En dan lezen we uiterst pijnlijk: ‘Er ontstond daarom verbittering, zodat zij uit elkaar gingen…’ (Handelingen 15).
Zijn ‘nut’
Gelukkig is dit niet het laatste dat we lezen. Want hoewel de Bijbel nu vooral inzoomt op Paulus’ reizen, vangen we af en toe nog een glimp op van Markus. En dan blijkt dat iemand die van vergeving leeft, ook anderen kan vergeven. Want Paulus en Markus hebben de ruzie ergens bijgelegd. Zo zeer zelfs, dat Paulus aan het einde van zijn brief aan Timotheüs schrijft: ‘Haal Markus op en breng hem met u mee, want hij is voor mij van veel nut voor de ambtelijke bediening’. Mooi he? Hij is van veel ‘nut’.
Ik denk dat ik weet waarom.
Markus – de zoon, die in het huis van zijn moeder hoorde van de wonderen van de Allerhoogste.
Markus – de luisteraar, die zo helder het leven en sterven van de Heiland beschreven heeft.
Markus – de zondaar die van vergeving leefde en zo anderen kon vergeven.
Markus – de man die zijn mond niet kon houden over: Jezus Christus.
Daarom zegt de Bijbel over Markus: Iemand ‘van veel nut’.
daarom kregen ook wij zijn evangelie. Tot ons ‘nut’
Ds. P.D. Teeuw