Martha, Martha…

Lukas 10: 41

Ontvang maximaal drie personen per dag! Een ingrijpende maatregel!
Dat is best wel even slikken.

Ik moet denken aan Martha. Die krijgt niet drie gasten over de vloer, maar dertien.
En allemaal mannen! Dan heb je als gastvrouw best wel lef. Zeker als het Jezus en Zijn discipelen betreft. Immers, was Jezus niet de man die de geestelijke leiders van het volk het liefst willen stenigen? Zou je Hem in huis halen? Wat haal je overhoop? Bespaar je de moeite!
En wat denk je? Martha die als gulle gastvrouw dertien hongerige magen moet voeden. Dan heb je toch maar één gedachte: hoe krijg ik alles op de rit? Waar staan de potten en pannen? Koffie zetten, broodjes smeren, broodjes beleggen met hagelslag en vlokken, natuurlijk een glas melk voor de heren én voor een goed begin: een stevige kop soep. Martha kent geen rust meer. Gelukkig heeft ze een zus!
Ik kan mij zo voorstellen dat Martha, een tikkeltje geërgerd, vanuit de keuken stiekem staat te wenken naar Maria. Want ja, die Maria is notabene gaan zitten! Die maakt het wel héél erg bont. Was ze nu nog maar, zo leunend tegen de keukendeur, een beetje stand-bye. Dan mag je best met een half oor luisteren of een beetje naar je nagels staren, als je maar oproepbaar bent. Maar nee hoor, ze zit daar helemaal onderuit gezakt en is zo gefascineerd dat ze de wereld om haar heen compleet vergeet. Die moet je even uit de droom helpen! Met een machteloze woede en een hoogrode kleur zwaait Martha naar haar zus. Resultaat? Totaal geen response.

Nee, Maria is bepaald geen succes in de huishouding. Ze lijkt meer van de Boeketreeks, het stille type, weggedoken in een hoekje van de kamer. Er komt hélemaal niets uit haar handen, de nietsnut. Snapt ze dan niet dat je op deze manier je plicht tegenover Jezus zwaar verwaarloost? Dat er van die barmhartigheid helemaal niets terecht komt als je niet alles voor Jezus over hebt?
Ja, er is een groot verschil tussen die twee.
Martha wil Jezus voeden, Maria laat zich door Jezus voeden.
Martha staat onrustig voor Jezus met haar zelfbeklag, Maria zit in alle rust aan de voeten van Jezus.
Martha spreekt tegen Jezus, Maria is één en al oor voor Jezus.
Martha let op haar plichten tegenover Jezus, Maria let op Jezus zelf.

Wat kunnen ook wij met onze drukdoenerij, Jezus straal voorbij lopen of nog erger voor de voeten lopen. Niet voor niets volgt deze geschiedenis op de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, waarmee Lukas op een fijnzinnige manier de verbinding legt. Beiden situaties gaan over reizen, over het doen, het laten of het laten doen. Theorie wordt praktijk.
En toch moeten we de boodschap niet te snel zoeken in de verschillen tussen die twee zussen of de tegenstelling tussen doen en denken of tussen druk en stil. Nee, als Maria het goede deel kiest, laat zij op dat moment alles in de steek. Zij laat de boel de boel, om totaal gericht te zijn op Jezus.
Martha wordt tweemaal bij haar naam genoemd. Dat lijkt een standje van Jezus. Zo van: Martha, Martha toch! Nu moet ik je een lesje leren. Maar nee, het is de dringende roep, het appèl dat Jezus ook op ons doet om bij Hem te komen. Zoals ook de naam van Abraham, Samuel en Simon en al die anderen, tweemaal klonk.

Theo den Braanker