Meditatie

“Daar riep Abram de naam van de HEER aan . . .
Genesis 13: 4

Wie wel eens een spelletje monopoly speelt, herkent het gevoel dat opkomt bij het kaartje: ‘Ga terug naar Af’. Zo’n kaartje is een streep door de rekening! Voor je gevoel kun je weer helemaal overnieuw beginnen. Soms is dat ook de ervaring in andere situaties. Er kunnen momenten in je leven zijn, waardoor je het gevoel hebt dat alles wat je hebt opgebouwd, wordt afgebroken. Je staat bij een nulpunt.

Dat is de ervaring van Abram. Abram is terug bij Af. Hij is opnieuw bij zijn startpunt gekomen. Eerder heeft de Here God hem geroepen om onderweg te gaan naar het land dat Hij zou wijzen. Maar de weg van Abram gaat verder en zo is er ook die inktzwarte bladzijde in zijn leven. Als er hongersnood uitbreekt trekt Abram, samen met zijn hele gevolg, in de richting van Egypte om daar als asielzoeker te wonen. Om zijn vege lijf te redden, bedenkt Abram een list en draagt hij zijn vrouw op om zich voor te doen als zijn zus. Sarah wordt vervolgens ingepikt door de farao in ruil voor een mooie bruidsschat. Voor een stel koeien en kamelen ruilt Abram zijn vrouw in om zichzelf te redden. Wanneer de farao de waarheid ontdekt, stuurt hij Abram zo snel mogelijk het land uit. Het is bepaald geen gedeelte uit zijn levensgeschiedenis waar Abram trots op is.

Na deze ingrijpende periode komt Abram gaandeweg aan bij het altaar dat hij destijds heeft opgebouwd. Hier roept Abram de naam van de Here God aan. Hoewel het er niet precies bij staat wat hij heeft gezegd en wat er door hem is heen gegaan, kan ik mij niet anders voorstellen dan dat het een schreeuw is geweest. Hij zal hebben geroepen tot God, vanuit de pijn en de schaamte. Abram is na de ingrijpende periode uit zijn leven dus terug gegaan naar het startpunt: de ontmoeting met de Here God. De Avondmaalstafel, die afgelopen zondag klaar stond, was ook zo’n plek om jezelf opnieuw toe te wijden aan God. De Avondmaalstafel is een plaats waar een mens immers steeds terug mag komen mét alle falen, zwarte bladzijden en pijnlijke ervaringen.

Nu Abram bij het altaar de naam van de Here God heeft uitgeroepen, is er iets in zijn leven veranderd. Dat blijkt in het vervolg. Wanneer er een conflict blijkt te zijn tussen de herders van Lot en de herders van Abram, is Abram degene die de weg van de verzoening zoekt.  Hij stelt een vraag aan Lot die van beslissende betekenis is. ‘Waarom zouden we met elkaar ruziemaken? We horen toch bij elkaar?’ Dat is een ontwapenende vraag. Abram blijkt nu de minste te willen zijn. Daarmee toont Abram een glimp van het gezicht van Jezus Christus. Lot maakt een keuze voor zichzelf, kijkt goed om zich heen en ziet wat menselijkerwijs gesproken te zien is: een waterrijk gebied en vruchtbaar land, steden om bij in de buurt te wonen en bescherming bij te zoeken. Ook Abram kijkt om zich heen. Abram heeft geleerd om met ogen van het geloof te kijken. Abram heeft geleerd om op de Here God te vertrouwen. Met vallen en opstaan heeft hij dat geleerd. En wanneer Abram zich vestigt in het beloofde land Kanaän verschijnt de Here God opnieuw aan hem.

Abram wordt door God bemoedigd met een belofte, waarna hij opnieuw een altaar voor God bouwt. Voor de derde keer in betrekkelijk korte tijd. Want het bouwen van een altaar voor de Here God is geen eenmalige gebeurtenis, maar wordt steeds opnieuw herhaald. Abram wijdt zich opnieuw toe aan de Here God. Zo mogen ook wij verder trekken door het leven. Ook wij worden geroepen om onszelf opnieuw toe te wijden aan de Here God. We mogen steeds terug naar onze eerste roeping, om jezelf toe te wijden aan de levende God en zijn belofte te vertrouwen.

Neem mijn leven, laat het Heer,
toegewijd zijn aan uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd
tot uw lof en dienst bereid.

J.W. Sparreboom

(bewerking Avondmaalspreek zondag 29 mei in de Grote Kerk)