Meditatie

Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven (Johannes 14: 6)
Lezen: Johannes 14 : 1-14

De Heere Jezus is met Zijn discipelen vergaderd rondom de avondmaalstafel. Judas is weggegaan en bezig voorbereidingen te treffen zijn Meester te verraden. Jezus vertroost de anderen: ‘Laat uw hart niet in beroering raken (vers 1)’. Dat wil zeggen: wees niet langer zo geschokt, om wat ik gezegd heb. ‘U gelooft in God, geloof ook in Mij’. Want Hij is immers de Zoon van God. En Hij geeft ze deze troost, dat Hij heengaat naar het huis van Zijn Vader, om voor hen een plaats te bereiden. Want: ‘in het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben (vers 2)’. En Jezus zegt: daar ga Ik naar toe. Voor u. En dan kom ik terug. Wij verwachten de Zaligmaker, schreef Paulus (Filipp. 3: 20). Nee, zegt Jezus, Ik blijf niet weg. Dat kunt u toch weten? Want: ‘waar Ik heenga, weet u en de weg weet u (vers 4)’. Ze kunnen dit weten omdat Hij al eerder gesproken had over Zijn heengaan naar de Vader. Thomas springt erop in. Hij is hier de woordvoerder van de discipelen. En hij werpt tegen: ‘Heere, wij weten niet waar U heengaat en hoe kunnen wij de weg weten (vers 5)?’ O, dat verschrikkelijke ongeloof. Heere, wij weten niet. Het antwoord wat Jezus geeft op deze ongeloofsvraag kennen we als een bekende tekst, die we veel tegenkomen op ansichtkaarten en kalenderbladen: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’. Hier horen we opnieuw één van de uitspraken van Jezus, die beginnen met het woorden ‘Ik ben’. Het is één van de zeven keer dat we dit in het Evangelie naar Johannes tegenkomen.

Over de dood heen heeft Jezus bij het graf van Lazarus gezegd: ‘Ik ben de Opstanding en het Leven’. Jezus lééft! Daarom zegt Hij hier al dat Hij naar het huis van Zijn Vader gaat om een plaats voor Zijn Kerk gereed te maken. Jezus spreekt over Zichzelf met de woorden, die beginnen met ‘Ik ben’. Hierin wordt voor ons de weg ter zaligheid getekend. ‘Ik ben’ dat wijst heen naar de Naam van God, Die Zichzelf openbaarde aan Mozes bij de doornstruik (Exod. 3: 1-14) met Zijn Naam: ‘IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL’, of: ‘IK BEN DIE IK BEN’. Kinga Ban zong het als haar onnavolgbaar testament:

Hoe wonderlijk mooi is Uw eeuwige Naam
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.

De onveranderlijke en getrouwe God, Die niet los laat de werken van Zijn handen. Hoor: ‘Ik ben de Weg’. Voor mensen die verdwaald zijn. Die de weg niet weten. Die met Thomas zeggen: wij weten het niet. Hoe kunnen wij de weg weten? Die weg kúnnen we weten: Jezus is de Weg tot de Vader. Er is geen andere weg: ‘Niemand komt tot de Vader dan door Mij (vers 6b)’. Dit is de weg: wandelen met God. In Hem is de Waarheid geopenbaard. Zijn Woord: daar kunnen we op aan. Nabij u is het Woord. En dat is in Christus vlees geworden om onder ons te wonen (Joh 1: 14). Die Weg, die Waarheid is Jezus Zelf. En in Hem is ook het Leven. Dat is pas leven: ‘Ik leef en u zult leven (Joh 14: 19)’. Zondag werd het Heilig Avondmaal weer gevierd tot versterking van het geloof. Ook tot opbouw van de gemeente. Opdat we niet langer zullen zeggen: wij weten het niet. De weg is gewezen. Opdat we rusteloos zullen zoeken naar de Parel van grote waarde (Matt 13: 45). Dit is zeker: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. En dat is geen verleden tijd!

Bij de tekenen van brood en wijn is dit opnieuw verzekerd.

Ds. W.C. Meeuse