‘Toen Priscilla en Aquila Apollos hoorden, namen ze hem terzijde en legden hem nog preciezer uit wat de Weg van God inhield.’ (Handelingen 18:26b).
De titel van deze meditatie was het thema van de preek van afgelopen zondagmorgen in de Maranatha Kerk. Dit wordt geen samenvatting van die preek, maar ik wil uitlopen op een toepassing ervan. Het ging er in de preek over dat in dit bijbelgedeelte in
Handelingen verschillende soorten leerlingen optreden. En wat opvalt is dat het hen allemaal aan iets ontbreekt. Sommigen worden door Paulus versterkt in het geloof. Anderen blijken nog niet te weten dat er een Heilige Geest is. En Apollos heeft in Alexandrië de Weg van de Heer leren kennen, verkondigt die terwijl hij ‘overkookt van de Geest’ op een zorgvuldige manier, al blijkt hij nog geen kennis te hebben van de doop in de Naam van Jezus.
In onze ogen reden genoeg om zo iemand als ‘ketter’ te bestempelen, of in elk geval nog niet als een volwaardige leerling. Maar wat te denken geeft, is dat Lucas hen allen als leerlingen (van Jezus) bestempelt!
De gemeente bestaat uit leerlingen. In allerlei soorten en maten. Dat blijkt wel.
De ‘eindtermen’, dat wat verwacht mag worden aan het eind van de leerweg (aan kennis, vaardigheden, gedrag), zijn uiteraard ons leerdoel. Maar om leerling te mogen heten, is het logischerwijs niet vereist die al volledig te beheersen aan het begin van de leerweg. Je bent een leerling, omdat er nog (heel) wat te leren valt! Wat wel nodig is, is dat we open staan voor groei, én ook dat we oog hebben voor waar wij tot een leraar kunnen worden voor een zuster of broeder. Want leren op de weg van Jezus doen we samen.
Zoals Priscilla en Aquila bij Apollos laten zien. Ze horen zijn toespraak in de synagoge, en beseffen dat er iets mist. Ze schrijven hem vervolgens niet af, hij wordt niet gecanceld, ze laten hem niet links liggen, maar zoeken hem op als broeders en zusters. En vullen aan wat hem aan kennis nog ontbreekt. Wat een prachtig voorbeeld van samen willen zoeken naar het plan van onze Heer!
Zondagavond was er een Lighthouse-event. Na een mooie viering was het tijd voor de verdieping over ‘identiteit’. Het bleek, helaas, dat de spreker een kant opging die, laat ik het voorzichtig zeggen, niet iedereen had verwacht bij zo’n thema. Het stevige betoog raakte sommigen pijnlijk. En dat liet vervolgens anderen weer niet onberoerd. Dat is uiteraard niet waarop we met elkaar hopen als we als gemeente samenkomen. Logisch dat dit aanleiding gaf tot gesprek achteraf. Dat is op zich wél waarop we hopen na deze events en na elke kerkdienst of toerustende bijeenkomst. Bij Lighthouse is daarvoor precies het derde onderdeel ‘verbinding en ontmoeting’ bedoeld.
Wellicht kan het voorbeeld van Priscilla en Aquila ons hierbij een richting wijzen. Het is goed dat de spreker na afloop werd bevraagd op haar betoog. Zoals Apollos ook bevraagd werd. En zeker, we zullen óók kijken of we daar ‘aan de voorkant’ anders mee om (hadden) moeten gaan. Maar het is fundamenteel dat we altijd bereid zijn om elkaar te blijven beschouwen als leerlingen.
Richting sprekers, voorgangers en anderen die het woord nemen en krijgen. Dat heeft te maken met ‘de geesten onderscheiden’, en dat vraagt van ieder van ons om scherp te zien wat de kern is van het evangelie. De houding van Priscilla en Aquila is hierbij navolgenswaardig. En van hen die het woord voeren vraagt dat openheid en ruimte voor (zelf)reflectie, zoals we bij Apollos waarnemen.
Ds. Michiel Vastenhout