“.. de hoofdman, die Paulus wilde sparen, verijdelde hun voornemen en beval, dat wie zwemmen konden, het eerst over boord zouden springen om aan land te komen; en de overigen deels op planken, deels op wrakhout. En zo geschiedde het, dat allen behouden
aan land kwamen.” (Handelingen 27: 43 en 44)
Tijdens de diensten, waarin enkele kinderen afscheid namen van de kindernevendienst en de afgelopen doopdienst, luisterden we naar deze geschiedenis. Het doet denken aan de berichten van een scheepsramp, waarbij mensen in zee terecht komen. Het is dan een heel groot wonder wanneer iemand uit het water kan worden gered!
Zo horen we aan het einde van de geschiedenis dat de bemanning, samen met Paulus, als drenkelingen in zee dobberen. Voorafgaand is het schip op drift geraakt, op een zandbank gelopen en gebroken. De bemanning neemt afscheid van het schip, nadat ze al het andere ook al zijn verloren. Nog maar net op tijd blijft het leven van Paulus en de andere opvarenden gespaard. Iedereen moet overboord springen en zwemmend of drijvend de kant bereiken. De drenkelingen hebben, al dobberend in de zee, niets anders om zich aan vast te klemmen dan aan een plank of een stuk wrakhout. Het wonder gebeurt, dat iedereen aan wal komt. Met deze zin sluit de schrijver van het boek Handelingen deze episode af. Hoewel het er eerder bijzonder spannend aan toe ging en de bemanning niets meer over heeft dan het vege lijf, komt iedereen behouden aan wal. Gods belofte wordt vervuld!
De schrijver van de Handelingen tekent hiermee een beeld van ons persoonlijke leven. We zijn als een drenkeling in het leven: geworpen in de zee van de chaos, ten prooi aan de machten die ons overspoelen. De golven van het leven beuken op ons leven in, we gaan ten onder in de golven. Op den duur kunnen wij helemaal niets vasthouden. Van alle dingen moeten we afscheid nemen, alles moeten we tenslotte loslaten. Hoe kunnen we vaste grond onder de voeten krijgen? Wat is ons behoud? Waarin bestaat onze redding, voor nu en voor eeuwig?
Wonderlijk: het hout wordt hun redding! Dankzij het drijfhout komt iedereen behouden aan wal. Wanneer we het ons voorstellen, gaan onze gedachten vanzelf uit naar het andere hout. Het hout van het kruis van de Here Jezus Christus. Ook dit hout is ‘wrakhout’: voor velen is het hout van het kruis van Golgotha niets waard, stelt het niets voor, wordt het achteloos weggeworpen en terzijde gegooid. Maar door het geloof mogen we weten dat dit hout onze redding is! We mogen ons als een drenkeling vastklemmen aan het hout van het kruis van de Here Jezus Christus! Dankzij het kruis van de Here Jezus Christus is er redding, behoud! Wij mogen ons in het geloof vastklemmen aan dit kruis! Als een drenkeling mogen we ons vastgrijpen aan dit hout! Jezus Christus stierf voor onze zonden, opdat wij behouden mogen zijn, voor eeuwig bij God.
Ons rest niets om zelf op te bouwen. Als een drenkeling klampen we ons vast aan het hout van het kruis van Jezus Christus. Hij alleen is onze redding!
J.W. Sparreboom