Petrus, een apostel van Jezus Christus (1 Petrus 1: 1). Ds. W.C. Meeuse
Rondom de viering van het Heilig Avondmaal horen we (in de wijken 3 en 4) over de discipel Petrus. Hij heette Simon. Zijn naam betekent: verhoring. Deze Petrus heeft ook enkele brieven geschreven, die in onze Bijbel zijn opgenomen. In de tweede brief noemt hij zichzelf Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus. We beseffen dat het niet alleen brieven van Petrus zijn, maar dat ze zijn geïnspireerd door de Heilige Geest. In zijn tweede brief schrijft hij: de heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken (2 Petrus 1: 21).
De eerste brief is geadresseerd aan de vreemdelingen, die verstrooid waren. Wij zouden het een rondzendbrief noemen. Kohlbrugge schrijft daarbij: ‘Een ieder onzer die gelooft, hore dus toe, in dat geloof, dat deze brief in het bijzonder aan hem gericht is en hij spreke in zijn hart: dat is alles voor mij, wat hier geschreven staat’.
Jezus gaf hem de (bij)naam Petrus (Mattheüs 16: 18; Johannes 1: 43). Dat betekent Rots. En een rots staat vast, onwankelbaar. Als Jezus dan zegt: Op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen (Mattheüs 16: 18), dan doelt Jezus niet op Petrus zelf, maar op de belijdenis, die Petrus uitsprak op de vraag van Jezus: ‘Wie zegt u dat Ik ben?’
Petrus antwoordde: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God (Mattheüs 16: 16b).’
Op deze petra, op deze belijdenis wordt de gemeente gebouwd. Toen en nu.
Petrus noemt zichzelf een apostel (Lukas 12: 12), een geroepen discipel, een gezondene en gevolmachtigde. Die uitgaan, wereldwijd, met deze petra, deze belijdenis.
Een apostel: zo werden ze genoemd.
We lezen van hem twee brieven. In deze brieven kijken we Petrus in zijn hart.
Vol van de liefde van Christus en gedreven door de Heilige Geest.
Jawel, Petrus zal nooit vergeten zijn dat hij Zijn Meester tot drie keer verloochend heeft. Zijn tranen hebben gevloeid. Maar Jezus zocht hem weer op en Petrus heeft het tot drie keer gezegd: u weet dat ik van u houd (Johannes 21).
Petrus, een apostel van Jezus Christus. Jezus: dat is Zaligmaker, omdat Hij ons zalig maakt en van alle zonden verlost (zondag 11). Hij is de Christus, de Messias, de Gezalfde, gezalfd met de Heilige Geest tot onze hoogste Profeet en Leraar, om ons de verborgen raad en wil van God van onze verlossing volkomen te openbaren (zondag 12). Daarvan is Petrus een apostel. En hij wenst het zijn lezers toe: moge genade en vrede voor u vermeerderd worden door de kennis van God en van Jezus onze Heere (2 Petrus 1: 2).
Daartoe wordt ons het Woord van God verkondigd en onderstreept door de sacramenten, opdat we door het gebruik daarvan de beloften van het Evangelie des te beter zullen verstaan (zondag 25). Een apostel, een gezondene, niet om zijn eigen woord te verkondigen, maar het woord van Zijn Zender. Dat zien we op de Pinksterdag, als Petrus het woord neemt en vrijmoedig verkondigt wie Jezus is: Die heeft u gevangengenomen en door de handen van onrechtvaardige aan het kruis gespijkerd en gedood (Handelingen 2: 23). Die dood mag weer verkondigd worden in het midden van de gemeente bij de tekenen van brood en wijn. Petrus, een apostel van Jezus Christus. Uit zijn brieven blijkt duidelijk dat het hem om die ene Naam te doen is die tot zaligheid is gegeven. Hij schrijft o.a.: Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van u
1Petrus 1:8-9